Toezichthouders Inholland stappen op

De twee nog overgebleven toezichthouders van Inholland stappen vrijdag op. Dat maakte staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra (VVD) dinsdag bekend tijdens een overleg in de Tweede Kamer over de hogeschool.

De raad van toezicht zou zich verzetten tegen de afspraak om te veel gedeclareerd geld terug te halen bij de ex-bestuurders, schreef De Telegraaf vorige week op basis van documenten die de krant in bezit kreeg. Uit die documenten zou blijken dat ze de huisadvocaat hebben gevraagd of aan terugvordering 'te ontkomen' is.

Hoewel er in de officiële besluitvorming van de hogeschool geen sprake is van obstructie door de toezichthouders, noemt Zijlstra de beeldvorming 'ongelukkig'. Hij heeft een gesprek met hen gehad en kondigde aan dat zij per 1 juli opstappen. "Dit kan van geen kant."

Het tweetal was overgebleven nadat begin dit jaar de raad van toezicht was opgestapt vanwege het declaratieschandaal bij Inholland. Zijlstra kondigde dinsdag aan dat inmiddels een nieuwe voorzitter van de raad is begonnen. Met het vertrek van de twee kan nu een 'volledige streep' door het verleden worden gezet.

Bestuursleden van de hogeschool hebben van 2006 tot en met vorig jaar in totaal 360 duizend euro opgestreken dat eigenlijk was bedoeld voor het onderwijs. Het geld werd besteed aan extra salarissen, vergoedingen en leaseauto's.

De hogeschool onderzoekt momenteel hoe het geld kan worden teruggevorderd.