Criminele junk sterft uit

Door het uitsterven van criminele junks komen auto- en woninginbraken bijna niet meer voor. In 2001 werd nog 1 op de 70 Nederlanders slachtoffer van een auto-inbraak, vorig jaar was dat 1 op de 178. Dat concludeert het AD maandag uit de misdaadmeter die de krant heeft opgesteld.

Het aantal slachtoffers van woninginbraken daalde ook sterk. In 2001 werd nog bij 1 op de 170 Nederlanders ingebroken, vorig jaar was dat 1 op de 270.

De daling zou onder meer komen door een intensievere aanpak van verslaafden. "Waar we in de jaren negentig vooral achter de verslaafden en hun overlast aanrenden, zijn we zo'n tien jaar geleden die verdachten echt op de huid gaan zitten", zegt Gerrit den Uyl in de krant. Binnen de Raad van Korpschefs is hij portefeuillehouder Veelvoorkomende Criminaliteit

Bij de nieuwe aanpak kregen de beruchtste verslaafde veelplegers een agent aan zich gekoppeld die hem goed in de gaten hield. Ook werd het mogelijk veelplegers voor jaren in de cel te zetten en af te laten kicken. De daling zou ook komen doordat huizen en auto's tegenwoordig beter zijn beveiligd en doordat heroïne minder populair is.

Door begeleid wonen of het hebben van een baan zijn veelplegers vaak ook niet meer afhankelijk van criminaliteit voor hun inkomsten. Voor inbraken worden tegenwoordig steeds vaker daders uit het Oostblok opgepakt. Die gaan volgens Den Uyl professioneler te werk dan junks.

De misdaadmeter van het AD komt eind deze week voor de tiende keer uit. Dan wordt duidelijk gemaakt waar meer criminaliteit voorkomt en waar minder.