'Politie en OM faalden in zaak Milly Boele'

Het Openbaar Ministerie (OM) en de politie hebben fouten gemaakt tijdens de vermissing van Milly Boele. De verdwijning van het 12-jarige meisje uit Dordrecht zou te lang zijn onderschat. Dat staat in een onderzoeksrapport dat in handen is van de NOS. Het rapport wordt woensdag officieel gepresenteerd.

Boele verdween vorig jaar maart. Ze was bijna een week vermist en er werd uitvoerig naar haar gezocht. Ook buurman Sander Vreeswijk zocht mee. Uiteindelijk werd het meisje in zijn achtertuin gevonden nadat hij zichzelf bij de politie had gemeld. Oud-politieman Vreeswijk werd in november veroordeeld tot achttien jaar celstraf en tbs voor de moord op Boele.

Volgens de evaluatiecommissie, bestaande uit een oud-burgemeester, oud-korpschef en een oud-procureur-generaal, ging het op vier punten mis. Er had meer aandacht moeten gaan naar de informatieverzameling tijdens het onderzoek, de urgentie van de vermissing, de inzet van bijzondere opsporingsmogelijkheden en de communicatie naar de media.

Zo werd in de beginuren van de vermissing verzuimd alle informatie centraal te verzamelen. De politie wist al dat het laatste contact dat Boele had met Vreeswijk was, maar daar werd te laat iets mee gedaan. Ook had de politie eerder moeten inzien dat er geen sprake was van een gewone vermissing. Het meisje had onder meer haar jas niet aangetrokken terwijl het buiten rond het vriespunt was.

De commissie benadrukt wel dat als alles goed was gegaan, het leven van Boele niet was gered. Vreeswijk bracht haar al twintig minuten na haar ontvoering om het leven. Hij had haar ook misbruikt.

De ouders van het meisje betreuren dat de eindconclusies van het rapport nu al op straat liggen. "Klaarblijkelijk is er iemand die er belang bij heeft om het rapport te lekken", zegt hun advocaat Frank van Ardenne namens de familie in een reactie.

Burgemeester Arno Brok van Dordrecht heeft woensdagochtend een gesprek met de ouders. Hij geeft dan een toelichting op het rapport.