Rouwenden eisen einde monarchie Bahrein

In Bahrein zijn vrijdag de doden begraven die vielen toen de oproerpolitie het centrale plein in de hoofdstad Mananah schoonveegde. Rouwenden scandeerden leuzen tegen het koningshuis.

Drie van de slachtoffers werden begraven bij een moskee in een dorp. In totaal kwamen zeker vijf mensen om het leven en raakten er meer dan tweehonderd gewond toen de politie donderdag plotseling met harde hand een einde maakte aan de bezetting van het Parelplein in Manamah. Duizenden actievoerders hadden toen twee nachten op het plein doorgebracht en waren woensdag nog ongemoeid gelaten.

De betogers in Manamah hadden zich laten inspireren door de actievoerders op het Tahrir-plein in Caïro. Het protest begon als een roep om hervormingen, maar leek vooral ook ingegeven door woede over de ongelijkheid tussen de soennitische minderheid en de sjiitische meerderheid.

De veelal sjiitische betogers riepen om het vertrek van de soennitische heersers. Vooral het beleid van de dynastie om alle soennieten uit het Midden-Oosten het staatsburgerschap te verlenen is de sjiieten een doorn in het oog. De sjiieten, die zeventig procent van de bevolking van een half miljoen uitmaken, zien dat als een verkapte poging om de bevolkingssamenstelling te wijzigen. Zij zeggen dat zij geen eerlijke kans krijgen op werk bij de overheid of de strijdkrachten.

Het Bahreinse koningshuis is nauw verbonden met Saudi-Arabië en de overige Arabische regimes in de regio. De sjiieten worden gewantrouwd vanwege hun banden met Iran. Bahrein, de thuishaven van de Amerikaanse Vijfde Vloot, is voor de Verenigde Staten van groot strategisch belang.