Vluchtelingen vaak werkloos

Vluchtelingen zijn vaak werkloos of werken onder hun niveau. Dat blijkt uit woensdag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onder immigranten uit Afghanistan, Iran, Irak en Somalië.

Iraniërs hebben van de onderzochte groepen het vaakst een baan. Ongeveer de helft van hen werkt, terwijl van de autochtone Nederlanders 70 procent werk heeft. Van de Afghaanse vluchtelingen heeft 36 procent een baan. Daarna volgen Irakezen en Somaliërs met 35 en 29 procent.

Voor alle groepen geldt dat mensen met een baan vaak onder hun niveau werken. Rond 40 procent zegt te hoog opgeleid te zijn voor hun huidige functie of ergens anders voor te hebben gestudeerd.

Het SCP heeft het onderzoek uitgevoerd onder vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Reden voor het onderzoek is dat er over mensen die als asielzoeker naar Nederland zijn gekomen, relatief weinig bekend is. Naar Turken en Marokkanen, die oorspronkelijk als gastarbeider zijn gekomen, is wel veel onderzoek gedaan.

Uit het onderzoek blijkt dat vluchtelingen vaker autochtone vrienden en kennissen hebben dan Turken en Marokkanen. Somaliërs zijn het meest religieus, hebben traditionele ideeën over de verhouding tussen man en vrouw en spreken het slechtst Nederlands. Iraniërs zijn het minst religieus, hebben ongeveer dezelfde ideeën over mannen en vrouwen als autochtonen en spreken relatief goed Nederlands. Irakezen en Afghanen zitten er tussenin.

Nagenoeg alle ondervraagde vluchtelingen voelen zich veilig in Nederland. Ook zijn ze beter te spreken over Nederland dan autochtonen. Somaliërs zijn het meest tevreden: zij geven Nederland een 7,8 als rapportcijfer. Autochtonen waarderen hun eigen land met een 6,8. Drie kwart van de immigranten zegt niet meer terug te willen naar het land van herkomst.