Kabinetsbeleid inzet van debat

De lijsttrekkers voor de Eerste Kamer van coalitiepartijen VVD en CDA en gedoogpartner PVV kwamen in het televisiedebat maandag onder vuur te liggen vanwege het beleid van de regering. Vooral op het gebied van onderwijs, economie en integratie werden de drie partijen aangevallen, terwijl provinciale kwesties nauwelijks aan bod kwamen.

Marleen Barth van de PvdA verweet het kabinet de rekening van de crisis niet eerlijk te verdelen. Net als D66-lijsttrekker Roger van Boxtel laakte ze de bezuinigingen in het onderwijs, die volgens haar fnuikend zijn voor de innovatie. Van Boxtel noemde het onderwijsbeleid van het kabinet een 'gotspe'.

Loek Hermans van de VVD wees erop dat een efficiëntieslag het onderwijs moet verbeteren. Bezuinigingen zijn volgens hem nodig om volgende generaties niet op te zadelen met de huidige economische problemen.

Machiel de Graaf verdedigde het voorstel van zijn PVV om hoofddoekjes in het provinciehuis te verbieden. Terwijl Tof Thissen (GroenLinks) en Roel Kuiper (ChristenUnie) hamerden op een mildere toon in het integratiedebat noemde De Graaf de hoofddoek 'een symbool van onderdrukking' waarvoor geen plaats zou moeten zijn bij overheidsfuncties.

Elco Brinkman (CDA) distantieerde zich op dit punt van de gedoogpartner van het kabinet. Voor de stabiliteit van dat kabinet zou het volgens hem goed zijn als mensen op het CDA zouden stemmen. De partij staat er in de peilingen belabberd voor en zou in de Eerste Kamer wel eens gehalveerd kunnen worden. Net als Hermans benadrukte Brinkman het belang van een meerderheid in de senaat voor de VVD, CDA en PVV.

Van Boxtel noemde dit een 'rare oproep'. Hij wees erop dat de Eerste Kamer geen kabinetten laat vallen. Wat hem betreft is de inzet van de statenverkiezingen dan ook niet of het kabinet van Mark Rutte wel of niet moet vallen, maar in hoeverre dat kabinet bijgestuurd kan worden. Volgens Tiny Kox (SP) kan het huidige kabinetsbeleid niet doorgaan als de drie partijen geen meerderheid behalen.