Spoeddebat over executie Bahrami

De Tweede Kamer houdt waarschijnlijk nog deze week een spoeddebat over de executie van Zahra Bahrami. Een verzoek daartoe van de PVV werd dinsdagmiddag breed gesteund.

PVV'er Wim Kortenoeven voelde minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD) tijdens het vragenuurtje ook al aan de tand over de kwestie. Maar niet al zijn vragen werden beantwoord; hij wil de bewindsman nader ondervragen over de vier Iraniërs met de Nederlandse nationaliteit die in Iran gevangen zouden zitten en wier levens ook op het spel zouden staan.

Ook de andere partijen lieten weten met nog veel vragen te zitten. Mogelijk zal een deel van het overleg achter gesloten deuren plaatsvinden. Rosenthal kan dan openheid van zaken geven over welke diplomatieke contacten er allemaal zijn geweest om de executie te voorkomen.

Rosenthal benadrukte tijdens het vragenuurtje opnieuw dat hij er alles aan heeft gedaan om de ophanging van Bahrami te voorkomen. De bewindsman voelt zich 'misleid' en 'bedrogen' door de Iraanse autoriteiten. "Vrijdagmiddag werd gemeld dat men over een dag of tien zou doorpraten, enkele uren later is mevrouw Bahrami opgehangen."

Bahrami werd zaterdag onverwacht opgehangen voor drugssmokkel. Ze zat ook vast voor oppositionele activiteiten, maar die zaak was nog niet voltooid.

"We hebben er alles aan gedaan", zei Rosenthal. Ook stille diplomatie 'op alle niveaus'. Het is 'heel droef' dat dit niet tot resultaat heeft geleid. De bewindsman benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor deze daad ligt bij het 'barbaarse regime in Teheran'.

De Nederlandse ambassadeur blijft in Teheran. Kortenoeven eiste dat hij tijdelijk zou worden teruggeroepen, maar de diplomaat is onder meer nodig om de nabestaanden van Bahrami bij te staan, zei de minister.

De bewindsman is verder bereid om een 'feitenrelaas' op te stellen over alle maatregelen die hij heeft getroffen om haar executie te voorkomen. Dan zal blijken dat 'we met opgeheven hoofd kunnen zeggen dat we alles hebben gedaan', aldus Rosenthal.

Dat Iran 'woedend' heeft gereageerd op de scherpe veroordeling door de Europese Unie, bewijst volgens Rosenthal dat het islamitische regime toch enigszins 'onder de indruk' is van de diplomatieke gevolgen die de executie van Bahrami teweegbrengt.