Ruim helft bevolking vertrouwt regering

Het vertrouwen in de regering is weer terug op het niveau van voor de val van het kabinet begin dit jaar. De afgelopen drie maanden steeg het aantal Nederlanders dat 'voldoende vertrouwen' in de regering heeft van 46 naar 52 procent. Een groot deel blijft echter ontevreden over de politiek.

Dat blijkt uit donderdag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het vertrouwen is nog wel lager dan tijdens het hoogtepunt van de financiële crisis, toen 59 procent de regering vertrouwde.

Vooral PVV- en VVD-aanhangers zijn verantwoordelijk voor de groei. Het aantal VVD'ers dat vertrouwen uitsprak steeg van 51 naar 71 procent en bij de PVV ging dat percentage omhoog van 20 naar 45. Opmerkelijk is dat ook het vertrouwen van SP-stemmers toenam, van 25 naar 38 procent.

Het vertrouwen bij CDA-kiezers blijft met 73 procent ongeveer gelijk. Van de kiezers van D66 en GroenLinks heeft nog maar de helft vertrouwen in de regering, terwijl dat drie maanden geleden nog 67 procent was. Nog 37 procent van de PvdA-kiezers heeft fiducie in het kabinet, dat was een kwartaal geleden nog 56 procent.

De eerder gesignaleerde politieke onvrede is dus nog niet weggeëbd. Wel zijn de ondervraagden iets positiever over politici, maar nog steeds is er bezorgdheid over het overschot aan regels en het gebrek aan daadkracht en een luisterend oor in de politiek. Ook de groeiende invloed van de PVV baart menigeen zorgen.

Inmiddels is er wel wat meer begrip voor de enorme bezuinigingsgolf van het minderheidskabinet van VVD en CDA, dat gedoogsteun geniet van de PVV. Maar er is ook bezorgdheid, vooral over de kortingen op onderwijs en de gezondheidszorg.

Bijna drie op de tien Nederlanders geven aan geen grip op zijn of haar eigen toekomst te voelen en 39 procent is somber over de toekomst van de wereld. Ook spelen gejaagdheid en stress velen parten. Zo'n 62 procent voelt zich af en toe gejaagd, en 14 procent vaak. Deze laatste groep is vaak kortaf, ergert zich vaker aan anderen en is relatief ontevreden. Dit wordt mede toegeschreven aan de toenemende intolerantie en onfatsoenlijk gedrag in het verkeer, openbaar vervoer en in winkels.