Nederlandse ontwikkelingshulp naar minder landen

Nederland stort vanaf volgend jaar geen geld meer in de schatkist van Moldavië en van de Afrikaanse landen Rwanda, Benin, Senegal en Tanzania. Er wordt zo 44 miljoen euro bezuinigd. Dat hebben minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal (VVD) en diens staatssecretaris Ben Knapen (CDA) maandag laten weten.

Vorig jaar kregen elf landen zogeheten algemene begrotingssteun. Dat houdt in dat zij rechtstreeks geld in de staatskas gestort krijgen, om zo te helpen de begroting op orde te brengen. Volgend jaar krijgen in elk geval Bhutan, Burkina Faso, Ghana, Mali en Mozambique nog zulke hulp van Nederland. Over Burundi en Zambia is nog geen besluit genomen.

Wat er op de langere termijn met deze vorm van ontwikkelingshulp gebeurt, is nog onbekend. Het kabinet gaat bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking en wil het aantal landen dat hulp krijgt fors beperken. Ook moet er meer aandacht komen voor het Nederlands belang.