Migrantenhulp lager door schaamte

Niet-westerse migranten en hun kinderen zoeken minder vaak hulp dan autochtonen, omdat ze anders aankijken tegen ontwikkelingsproblemen en lastig gedrag. Ze lijken zich vaker te schamen voor problemen of zien er de ernst niet van in. Dat blijkt uit het dinsdag gepubliceerde onderzoek 'Naar Hollands gebruik?' van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Over het algemeen maken migranten relatief weinig gebruik van hulp bij opvoeding, onderwijs en gezondheid. Allochtonen zijn minder vaak positief over de voorzieningen en ook is het zoeken van hulp voor hen vaak lastig. Het gaat dan bijvoorbeeld om opvoedingsondersteuning, het gebruik van anticonceptie, abortus en soa-testen. Dat is voor een deel te verklaren door het lagere opleidingsniveau, de gezinsvorm en het belang van religie.

Het maakt wel veel uit waar de allochtonen vandaan komen. In gezinnen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond heerst nog een sterk taboe op seks voor het huwelijk, terwijl jongeren van Surinaamse of Antilliaanse afkomst meer worden vrijgelaten en juist veel proberen op seksueel gebied. Deze groepen tellen relatief veel tienerzwangerschappen, maar Marokkaans-Nederlandse meisjes laten naar verhouding het vaakst een abortus plegen. Turkse Nederlanders hebben van deze groepen het vaakst contact met hun huisarts.

Sommige migranten hebben een negatief beeld van hulpverleners of wantrouwen ze zelfs. Daarnaast zijn ze soms bang niet goed begrepen te worden, of om onder druk te worden gezet om te 'vernederlandsen'. Ook zijn ze vaak niet tevreden over hun huisarts, bijvoorbeeld omdat die minder snel medicijnen voorschrijft dan in veel andere landen.

In het onderwijs lijkt het iets anders te liggen. Jongeren van niet-westerse afkomst hebben een grotere kans op leerproblemen, handicaps en gezondheidsklachten, maar zitten wel relatief vaak op speciale scholen.

Het hulpaanbod sluit niet altijd goed aan bij de wensen van migranten, concluderen de onderzoekers. Als het gaat om opvoeding hebben hulpverleners niet altijd een goed antwoord paraat, bijvoorbeeld bij vragen over Nederlandse normen en waarden.