Tweede generatie allochtonen integreert beter

Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders die in Nederland zijn geboren, integreren beter dan hun ouders. De criminaliteit onder deze groep blijft wel een probleem, blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2010 dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag heeft gepresenteerd.

Inmiddels is de helft van deze vier grootste groepen van niet-westerse allochtonen in Nederland geboren. Deze zogeheten tweede generatie doet het steeds beter in het onderwijs en gaat ook voortvarender te werk op de arbeidsmarkt. Zij volgen vaker hoger onderwijs, hebben een grotere kans op werk en zijn vaker economisch zelfstandig dan de eerste generatie.

Deze groep beschouwt zichzelf daarnaast vaker als Nederlander dan hun ouders, stelt het CBS. Zij laten ook minder vaak een huwelijkspartner overkomen uit het land van herkomst.

Problemen doen zich nog voor als het gaat om de gezondheid en criminaliteit. Jonge allochtonen hebben vaak een slechtere gezondheid dan hun Nederlandse leeftijdsgenoten. Daarnaast komt meer dan de helft van de Marokkaanse jongeren in hun jeugd in aanraking met de politie. Bij Turkse, Surinaamse en Antilliaanse jongeren is dit wat minder, maar nog altijd twee tot drie keer zo vaak als bij autochtone jongeren, aldus het CBS.