Wetenschappers claimen doorbraak antimaterie-studie

Wetenschappers van het Europese onderzoeksinstituut CERN hebben een doorbraak geboekt bij het oplossen van een van de grootste raadsels van de fysica: het verdwijnen van antimaterie na de oerknal. Dat hebben zij donderdag gezegd. De onderzoekers wisten met succes een antiwaterstofatoom te isoleren en het lang genoeg vast te houden om te bewijzen dat dergelijke antimaterie kan worden bestudeerd in een laboratorium.

"Voor ons is het een enorme doorbraak, omdat het betekent dat we nu de volgende stap kunnen zetten. De volgende stap is het vergelijken van materie en antimaterie", aldus Jeffrey Hangst, een woordvoerder van het onderzoeksteam. "Dit onderzoeksgebied is twintig jaar oud en heeft een groeiende vooruitgang geboekt precies in deze richting. We denken echt dat dit de lastigste stap was."

Decennialang pijnigen onderzoekers al hun hersenen over de vraag waarom antimaterie uit het universum lijkt te zijn verdwenen. De theorie is dat materie en antimaterie in gelijke hoeveelheden ontstonden tijdens de oerknal. Maar terwijl materie, dat wordt gedefinieerd als iets dat massa heeft en ruimte inneemt, de bouwsteen vormde voor alles dat bestaat, lijkt antimaterie, behalve in een laboratorium, niet meer te bestaan.

Wetenschappers zijn al langer in staat om individuele antimateriedeeltjes te maken, zoals antiprotonen en antineutronen. In 2002 slaagden ze er ook in om deze deeltjes samen te voegen om zo antiatomen te creëren, maar tot voor kort konden deze deeltjes niet lang genoeg worden vastgehouden om ze bestuderen. Materie en antimaterie vernietigen zichzelf namelijk als ze met elkaar in contact komen.