Onduidelijkheid over fatale scooterrit blijft

Wie van de twee verdachten begin januari de gestolen scooter bestuurde waarmee in Nijmegen een man werd doodgereden, blijft mogelijk een raadsel. Forensisch deskundigen hebben niet kunnen achterhalen wie van de twee de scooter bestuurde: de 20-jarige Mohamed el G. of de 18-jarige Mohamed S.. Dat stelde justitie vrijdag tijdens een procedurele behandeling van de zaak.

De twee ontkennen beiden de scooter te hebben bestuurd en schuiven elkaar de schuld in de schoenen. De zaak tegen hen wordt 3 december inhoudelijk behandeld.

Ook bleek vrijdag dat er nog een getuige in de zaak moet worden gehoord. Deze getuige, een ex-medegedetineerde van El G., zou verklaard hebben dat El G. de scooter bestuurde. De rechter bepaalde dat de voorlopige hechtenis van de twee verdachten niet wordt opgeheven.

Het Openbaar Ministerie verdenkt de twee van doodslag. Volgens justitie reden zij met hoge snelheid door de drukke binnenstad van Nijmegen en werden alle verkeersregels geschonden. Om aan de politie te ontkomen, reed het duo tegen het verkeer in. Aan de dollemansrit kwam een einde toen de twee het 50-jarige slachtoffer aanreden op een zebrapad aan de St. Canisiussingel.

De man overleed later in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. El G.. heeft volgens justitie ook twee verpleegkundigen van het UMC St. Radboud met de dood bedreigd toen hij met zijn kompaan na het ongeluk op de Eerste Hulp belandde.

Volgens justitie beraamden de mannen ook een gewapende overval op het Belvoir Hotel in Nijmegen. Bij hun aanhouding trof de politie gezichtsbedekkende kleding, een mes en een vuurwapen aan.

De 18-jarige broer van El G. kwam begin dit jaar ook in het nieuws toen hij twee journalisten van dagblad De Gelderlander bedreigde. De jongere broer wilde niet dat het dagblad over het ongeval en de bedreiging zou schrijven.

De Gelderlander besloot het artikel uiteindelijk niet te plaatsen. De hoofdredacteur ontkent voor de bedreiging te zijn gezwicht. De rechtbank in Arnhem veroordeelde de jongere broer in april tot 51 dagen cel voor de bedreiging.