Medewerkers Frans bedrijf ontvoerd

In de Afrikaanse staat Niger zijn zeven medewerkers van het Franse nucleaire bedrijf Areva en een onderaannemer ontvoerd. Vijf hebben de Franse nationaliteit, een is Malagassiër en een Togolees. Een woordvoerder van Areva heeft dit donderdag meegedeeld.

Twee Fransen, een man en een vrouw, zijn werknemers van Areva. De vijf andere ontvoerden werken voor Satom, een Afrikaanse dochter van het constructiebedrijf Vinci.

Het Franse ministerie van buitenlandse zaken zei 'informatie over een mogelijke ontvoering' na te trekken.

De door Areva gemelde ontvoering vond woensdagnacht plaats bij de plaats Arlit, twaalfhonderd kilometer van Niamey in de woestijn in het noorden van Niger, ongeveer tweehonderd kilometer van de grens met Algerije. De stad is speciaal gebouwd om werknemers te huisvesten van twee grote uraniummijnen die Franse bedrijven in het gebied exploiteren.

Niemand heeft de verantwoordelijkheid voor de ontvoering opgeëist. In 2008 werden vier Franse medewerkers van Areva korte tijd gegijzeld door een groep Touareg-rebellen, die voor de lokale bevolking een groter aandeel in de bodemopbrengsten eisten. In de regio is echter ook een tak van Al-Qaida actief die in het verleden Fransen en andere Europeanen heeft ontvoerd.

Al-Qaida in de Islamitische Maghreb (AQMI) maakte op 25 juli de executie bekend van Michel Germaneau, een 78-jarige Fransman die voor een humanitaire organisatie werkte en die na zijn ontvoering op 20 april in het noorden van Niger naar Mali was overgebracht. De leider van AQMI, Abdelmalek Droukel, zei dat de gijzelaar was omgebracht als vergelding voor een aanval van Franse en Mauritaanse militairen op een kamp van de islamitische terreurorganisatie waarbij zes AQMI-leden waren omgekomen.

Onlangs liet de AQMI twee Spaanse hulpverleners vrij die eind november 2009 waren ontvoerd in Mauritanië.