Rommeltje op erebegraafplaats VS

De Amerikaanse militaire erebegraafplaats Arlington is een administratieve puinhoop. Resten van Amerikaanse militairen liggen niet waar ze horen te liggen of zijn begraven onder een andere naam. De twee burgers die de leiding hadden zijn ontslagen en hun opvolger moet orde op zaken stellen.

Onderminister voor legerzaken John McHugh bood donderdag 'diepe verontschuldigingen' aan de nabestaanden van de gevallenen aan.

Arlington National Cemetery, even buiten Washington, is de belangrijkste erebegraafplaats in de VS en trekt vier miljoen bezoekers per jaar. Er liggen meer dan driehonderdduizend mensen die met militaire eer zijn begraven. Iedere dag vinden er bijna dertig begrafenissen plaats, vaak van onderscheiden veteranen uit de Tweede Wereldoorlog, Korea of Vietnam. Ook militairen die in Irak of Afghanistan zijn gevallen liggen er begraven, zelfs militairen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Verder liggen er oud-presidenten en hun partners, onder wie leden van de familie Kennedy.

Het leger stelde vorig jaar een onderzoek in, na berichten over misstanden. De onderzoekers stelden tekortkomingen vast in het beheer van de begraafplaats, waar personeel voor het afwikkelen van de tientallen begrafenissen per week en het onderhoud van de duizenden bestaande graven was aangewezen op een geheel papieren administratie.

Inspecteur-generaal van het leger Steven Whitcomb stelde vast dat minstens 211 stoffelijke overschotten elders lagen dan op de aangegeven plaatsen, of begraven lagen onder een verkeerde naam. Er was geen sprake van kwade opzet of moedwillige slordigheid, 'maar van alles in de wereld moet juist dit een operatie zonder fouten zijn', zei Whitcomb.