Zorgen over mogelijke wapenwedloop

Uit gegevens van het Internationale Onderzoeksinstituut voor de Vrede in Stockholm (SIPRI) blijkt dat de aankoop van grote conventionele wapens in de periode 2005 tot 2009 in vergelijking met de periode daarvoor is toegenomen met 22 procent. De zorg over een wapenwedloop in instabiele regio's over de hele wereld neemt dan ook toe.

De Verenigde Staten is met dertig procent van de totale wapenexport nog steeds de grootste wapenleverancier. China en India zijn daarentegen de grootste importeurs van conventionele wapens. Singapore en Algerije staan voor het eerst in de top 10 van grootste wapenimporteurs.

Uit het verslag van SIPRI blijkt tevens dat Iran de laatste vijf jaar de op een na grootste klant is van de Chinese wapenindustrie. China verkocht meer dan duizend raketten en vijftig gevechtsvoertuigen aan het land. Het Arabische land is daarmee goed voor veertien procent van de Chinese wapenexport.

Over het algemeen blijft China echter een relatief kleine speler in de wereldwijde wapenexport. De waarde van de totale wapenexport van China is ongeveer 380 miljoen dollar (ruim 275 miljoen euro) per jaar tegenover 7 miljard dollar (ruim 5 miljard euro) van de VS.

SIPRI zei in haar rapport verontrust te zijn over mogelijke wapenwedlopen in de onstabiele regio's in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Zuid-Amerika en Azië. "Landen die rijk zijn aan grondstoffen hebben een behoorlijke hoeveelheid dure gevechtsvliegtuigen gekocht", aldus de directeur van SIPRI, Paul Holtom. "Buurlanden hebben hier op gereageerd door zelf ook wapens aan te schaffen."

De bestelling van gevechtsvliegtuigen en onderzeeërs door Vietnam in 2009 en de huidige golf van wapens die worden besteld in Zuid-Azië 'kan de stabiliteit van de regio na tientallen jaren van vrede in gevaar brengen', zo waarschuwde het SIPRI.