Rechtbank hervat zaak tegen Berlusconi
De rechtbank in Milaan hervat komende vrijdag één van de rechtszaken tegen de Italiaanse premier Silvio Berlusconi. Hij wordt beschuldigd van het betalen van zeker 600.000 dollar aan steekpenningen aan de Britse advocaat David Mills in de jaren negentig in ruil voor valse getuigenissen, bedoeld om Berlusconi uit de juridische problemen te houden.
Het gerechtshof in Milaan heeft Mills in hoger beroep tot 4,5 jaar cel veroordeeld wegens zijn rol in de zaak. Zijn cassatie zal in februari worden behandeld.
Oorspronkelijk was Berlusconi samen met Mills aangeklaagd. De zaak tegen de premier werd echter afgesplitst en aangehouden, nadat Berlusconi een speciale immuniteitswet had laten aannemen die de regeringsleider moest vrijwaren van strafvervolging. Die wet werd echter afgelopen herfst door het Constitutioneel Hof in Rome ongrondwettig verklaard, onder meer wegens schending van het gelijkheidsbeginsel. Daardoor kan de rechtszaak tegen Berlusconi worden hervat.
Mills werkte in de jaren negentig voor Berlusconi's bedrijf Fininvest. Dat kwam in de problemen door rechtszaken wegens criminele praktijken, zoals de omkoping van ambtenaren van de fiscale recherche en gegoochel met zwart geld. Door zijn valse getuigenissen "heb ik B. veel narigheid bespaard", zo schreef Mills zelf aan zijn accountant. Die liep met de brief naar justitie, waardoor de rechtszaak tegen Mills aan het rollen kwam.
Berlusconi legt zich er niet zomaar bij neer dat hij terecht moet staan. Zijn centrumrechtse coalitie werkt aan nieuwe wetten en decreten om het proces te voorkomen of te vertragen, zo meldt de Italiaanse pers deze week. Berlusconi staat bekend om zijn wetten "ad personam", wetten die naar de vorm algemene wetten zijn, maar die in werkelijkheid gemaakt worden om hemzelf of zijn vrienden of familie uit de problemen te houden.
Berlusconi keerde gisteren terug naar zijn werk in Rome, na een maand rust nadat hij gewond was geraakt bij een aanval met een beeldje van de Dom van Milaan. De premier toonde zich als van oudsher strijdvaardig: de nieuwe maatregelen inzake juridische procedures zijn niet "ad personam", maar "ad libertatem" (voor de vrijheid), zo stelde de premier.
