Nabestaanden gijzelingsdrama Beslan boos

Nabestaanden van de slachtoffers en overlevenden van het gijzelingsdrama van 2004 op een school in de Russische stad Beslan eisen een gesprek met president Dmitri Medvedev. Zij stellen dat de bloedigste terreurdaad in de Russische geschiedenis nog steeds niet is opgehelderd.

De slachtofferorganisatie Golos Beslana (Stem van Beslan) wil nog voor de vijfde verjaardag van het begin van de gijzeling op 1 september overleg met het Kremlin. Tot nu toe wezen de machthebbers in Moskou elk verzoek van de organisatie af om een mogelijke rol van de Russische geheime dienst in het bloedbad te laten onderzoeken.

Na de tragedie had een parlementaire onderzoekscommissie vastgesteld dat de onderhandelaars fouten maakten in hun contacten met de gijzelnemers. Voormalige gegijzelden zeiden dat de gedode terroristen niet degenen waren die hen ruim twee dagen lang zonder water en voedsel hadden vastgehouden.

Door de islamistische terreuraanslag op de eerste dag van het nieuwe schooljaar kwamen uiteindelijk ruim 330 mensen om het leven, onder wie 186 leerlingen. Tientallen overlevenden raakten ernstig gehandicapt.

De ruim dertig daders waren rebellen uit de Russische deelrepublieken Ingoesjetië en Tsjetsjenië. Ze gijzelden 1128 personen, van eersteklassertjes tot ouders en leerkrachten. De gijzeling eindigde met een urenlang vuurgevecht tussen de terroristen en veiligheidstroepen.