Doorbraak voor de elektrische auto

Het moet een doorbraak zijn voor het personenvervoer: een landelijk netwerk van oplaadpunten voor de elektrische auto. De auto's moeten in 2012 op zeker tienduizend openbare plaatsen opgeladen kunnen worden bij speciaal daarvoor bestemde zuilen. Hierover werd een akkoord bereikt met de beheerders van de elektriciteitsnetten.

Met deze stap willen de instanties het kip-ei-verhaal dat de doorbraak van de elektrische auto in de weg staat uit de weg helpen. Voorheen werd niet in de oplaadpunten geïnvesteerd omdat er nauwelijks elektrische auto's rondrijden. Aan de andere kant werden de elektrische auto's amper besteld, omdat ze nergens opgeladen kunnen worden.  

Stichting van netwerkbeheerders 
Voor de aanleg van de oplaadpunten wordt door de netbeheerders een stichting in het leven geroepen. Samen met de gemeenten wordt bepaald waar de oplaadpunten komen te staan. De kosten van deze oplaadpunten zijn overigens voor de netbeheerders. 

Het initiatief voor de actie komt van netwerkbedrijf Enexis, dat voorheen Essent Netwerk heette. "Wij willen dat elektrisch rijden gecontroleerd wordt ingevoerd. Anders komen we voor problemen te staan", laat André Postma van Enexis weten.

Obstakels bij invoering 
Momenteel is het Nederlandse elektriciteitsnet niet toereikend voor grootschalig elektrisch vervoer. Ook de productiecapaciteit is hier niet op berekend. "Als vijf procent van de Nederlanders elektrisch rijdt wordt het risicovol. Bij twintig procent slaan de stoppen door", laat Postma weten. Het opladen van de accu van een op elektriciteit rijdende auto kost namelijk net zo veel stroom als een Nederlands huishouden in vijf dagen gebruikt. 

De hoge prijs van elektrische auto's is ook een obstakel voor de invoering van het 'elektrisch rijden'. Het ombouwen van bijvoorbeeld een Volkswagen Golf tot een elektrische auto kost ongeveer honderdduizend euro. Vijftig van deze auto's zijn besteld door Essent en Enexis.