Vliegende brigades tegen Marokkaanse reljeugd

Er komen zogenaamde vliegende brigades die ingezet worden bij overlast door Marokkaanse probleemjongeren. De teams, die bestaan uit politieagenten, plaatselijke hulpverleners en deskundigen van het rijk, zullen worden ingezet als zich acute problemen zoals vernieling en intimidatie voordoen.

Minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken verklaarde vandaag: "Het gaat om praktijkteams die direct kunnen worden ingezet als er brand is." Gemeenten met veel overlast door Marokkaanse probleemjeugd krijgen naast de vliegende brigades ook andere hulp om deze jongeren op het rechte pad te krijgen én te houden.

Marokkaanse jongeren komen momenteel vier keer vaker dan gemiddeld in aanraking met de strafrechter. Het gaat hier dan ook om een project van lange adem volgens minister Eberhard van der Laan (Integratie). Hij zei vandaag: "Dit is een probleem waarmee we vermoedelijk nog wel tien jaar of meer bezig zijn."

Wat het kabinet nu wil bereiken is dat er zo min mogelijk nieuwe probleemjongeren bijkomen. Zo moeten kleuters van Marokkaanse komaf de Nederlandse taal goed leren zodat zij mee kunnen komen op school. De ouders moeten door duidelijke grenzen te stellen hun kinderen opvoeden. Doordat problemen zich opstapelen, gebeurt dat op dit moment vaak niet. De jeugd zwerft op straat rond en vertoont daar volgens Ernst Hirsch Ballin van Justitie 'onaangenaam imponeergedrag'.

Deze straatcultuur moet doorbroken worden door de inzet van meer straatcoaches die de jeugd aanspreekt op het (ongewenste) gedrag. Om Marokkaanse gezinnen intensief te kunnen begeleiden worden er ook meer gezinsmanagers aangetrokken. Ouders die hulp weigeren, zouden de aangeboden hulp desnoods onder dwang van de Raad van de Kinderbescherming moeten accepteren. Grof geschat wordt er door het kabinet 40 miljoen euro gestoken in de aanpak van de probleemjongeren van Marokkaanse komaf.