Veel ouders zoeken hulp bij opvoeding

Zes van de tien ouders vragen hulp bij de opvoeding van hun kinderen. Tegelijkertijd zijn bijna alle ouders (94 procent) tevreden over het verloop van de opvoeding. Dat staat in het jaarrapport van de Landelijke Jeugdmonitor 2008, die minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet (ChristenUnie) vandaag in ontvangst nam.

Een derde van de ouders met een partner heeft zorgen over de opvoeding, tegenover 55 procent van de eenoudergezinnen. Eenoudergezinnen maken zich vooral zorgen over emotionele problemen, gedragsproblemen en ongehoorzaamheid. Een op de tien ouders geeft aan de opvoeding niet aan te kunnen.

Allochtone ouders zeggen meer moeite te hebben met de opvoeding dan autochtone ouders. Beide groepen zijn even tevreden over het verloop van de opvoeding.

Ouders die hulp zoeken richten zich vooral tot consultatiebureaus, huisartsen, leerkrachten en kinderopvangmedewerkers. Van de ouders die geen hulp of advies zoeken, veertig procent, geeft een vijfde aan geen bemoeienis van derden te willen. Andere redenen zijn dat de zorgen minder groot waren dan verwacht, of dat zelf een oplossing is gevonden.

Een jaar geleden kwam de eerste Landelijke Jeugdmonitor uit. Minister Rouvoet -die ouders onder meer hulp bij opvoeding wil bieden via centra voor jeugd en gezin- hoopt met de monitor na te gaan of het kabinetsbeleid succesvol is bij het oplossen van problemen van jongeren. De jeugdmonitor is een digitale databank die inzicht geeft over hoe de jeugd ervoor staat op het gebied van onderwijs, gezondheid en welzijn, veiligheid en arbeid.