'Vuurwerkoverlast is niet het belangrijkste'

Overlast door vuurwerk is volgens Nederlanders zeker niet het belangrijkste probleem tijdens de jaarwisseling, concludeert onderzoeksbureau TNS Nipo. Niet meer dan vijf procent vindt dat de politie topprioriteit zou moeten geven aan de controle op het afsteken van vuurwerk. Het aanpakken van geweld tegen hulpverleners en vandalisme verdienen volgens bijna zeventig procent van de bevolking meer aandacht.

Verder stelt het onderzoeksbureau dat er bijna geen draagvlak bestaat voor de inperking van de afsteektijden. Gebrek aan vertrouwen in de handhaving ervan, ligt daaraan ten grondslag. "Het lukt de politie nooit." Veel mensen zouden het verbod uit rebbellie of onwetendheid negeren. Uit het onderzoek bleek 'slechts' een derde goed op de hoogte te zijn van de huidige afsteektijden van vuurwerk.



Volgens de huidige regels mag vanaf 10.00 uur op 31 december tot en met nieuwjaarsochtend 02.00 uur vuurwerk worden afgestoken. Ondanks het geringe vertrouwen in de handhaving van een beperking, is de helft van de Nederlanders daar wel voorstander van. Het populairste alternatief is vanaf 22.00 uur op 31 december tot 02.00 uur de volgende dag.

TNS Nipo zette ook op een rijtje hoeveel Nederlanders persoonlijk overlast ervaren door vuurwerk: een kwart. Boosdoener is dan vooral het knalvuurwerk. Met siervuurwerk hebben minder mensen problemen. Een op de tien Nederlanders gaf bovendien aan veel schade door vuurwerk te ondervinden, psychisch dan wel fysiek. En hoewel de meeste Nederlanders het leuk vinden om vuurwerk af te steken of om ernaar te kijken, 'hoeft het van twintig procent helemaal niet'.

Het rapport over vuurwerk is aangeboden aan minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA).

* Klik hier voor het volledige rapport van TNS Nipo


'Vuurwerkoverlast is niet het belangrijkste'  (foto: DAG)