Nederlands slavernijverleden herdacht

Enkele honderden belangstellenden hebben vandaag in het Oosterpark in Amsterdam herdacht dat Nederland 145 jaar geleden de slavernij afschafte.

Premier Jan Peter Balkenende, de Amsterdamse Burgemeester Job Cohen en vertegenwoordigers van de Nederlandse Antillen, Suriname, Aruba en Ghana legden kransen bij het Nationaal Monument Slavernijverleden. In een toespraak veroordeelde Balkenende het Nederlandse slavernijverleden. ''Het was een schaamteloze episode in onze geschiedenis, een smet op het blazoen van ons land.''

De minister-president vroeg ook aandacht voor nog steeds bestaande vormen van slavernij. ''Wereldwijd krijgen 126 miljoen kinderen dagelijks te maken met fysiek geweld en mentale onderdrukking. Kinderarbeid is een schandvlek van de 21e eeuw, een immens onrecht waar we snel een eind aan moeten maken.''

Burgemeester Cohen riep de Nederlanders op de historie onder ogen te zien. ''Het is tenslotteónze geschiedenis, hoe beschamend die ook is. Desondanks verbindt die geschiedenis ons met velen die van verre komen, maar die nu in ons midden wonen'', aldus Cohen.

Op 1 juli 1863 schafte Nederland na tweehonderd jaar de slavernij af in de toenmalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. In Suriname kregen toen 33.000 mensen de vrijheid, op de Antillen waren dat er 12.000. Maandag werd in Amsterdam ook al het slavernijverleden van de hoofdstad herdacht, waarbij onder meer werd stilgestaan bij het feit dat Amsterdam een derde van de aandelen in de West-Indische Compagnie bezat.