Terreurgevangene naar rechter voor lichter regime
Terreurverdachte Soumaya S. stapt naar de rechter om zich te laten overplaatsen naar een minder zware gevangenis. De 24-jarige S. zit al tien maanden in isolatie op de terreurafdeling van gevangenis De Schie in Rotterdam en het zware regime eist zijn tol op de gezondheid van S., stelt haar raadsman Bart Nooitgedagt.
De advocaat kondigde vrijdag na een zitting van het hoger beroep in de Piranha-zaak een kort geding aan. Hij wil minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin (CDA) dwingen een einde te maken aan de 'onaanvaardbare en inhumane situatie' van S. Nooitgedagt noemt de huidige situatie van de compleet geïsoleerde gevangene schrijnend en 'Nederland onwaardig'.
Nooitgedagt is niet de enige met kritiek op de langdurige isolatie van Soumaya. Een lid van het Europees Comité ter Preventie van Foltering (CPT) tikte de minister al eerder op de vingers. Het orgaan inspecteert namens de Raad van Europa de situatie in gevangenissen. Verdachten mogen maximaal twee weken in isolatie worden vastgehouden.
Het hof besliste vrijdag in de extra beveiligde zaal van de Rotterdamse rechtbank dat extra informatie over de 'bijzondere omstandigheden' van S. nodig is om een beslissing te nemen over mogelijke schorsing van haar voorlopige hechtenis. Het Openbaar Ministerie moet hier zo snel mogelijk over rapporteren.
Volgens Nooitgedagt is S. er inmiddels zo slecht aan toe, dat er snel iets moet gebeuren. "Sinds september vraag ik iedere zitting om overplaatsing. Dit kan zo echt niet langer. Dat zeggen betrokken overheidsinstanties ook. Maar in ons Nederlandse poldermodel schuift iedereen een beslissing door."
Soumaya S. wordt ervan verdacht deel uit te maken van een terroristische organisatie, het voorbereiden van een aanslag op het hoofdkantoor van de AIVD en verboden wapenbezit. Ze werd eerder door de rechtbank tot drie jaar celstraf veroordeeld. Het OM, dat tien jaar cel had geëist, tekende beroep aan tegen deze strafmaat. In augustus wordt bekend wat de nieuwe eis is tegen S. en haar vier medeverdachten, onder wie Samir A.
