Koenders: ramp Birma ook van menselijke makelij

Birma kampt met een natuurramp die ook door mensen is gemaakt. Dat zei minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders (PvdA) maandag in het Radio 1 Journaal, bij terugkeer op Schiphol na een bezoek aan het door een cycloon getroffen land. Volgens de bewindsman zorgt de opstelling van de militaire machthebbers in Birma na de storm voor een ramp op zich en voor extra slachtoffers.

Koenders zei blij te zijn met de vooruitgang die secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon in gesprekken met de junta heeft weten te boeken, maar hij blijft sceptisch. De junta heeft nu laten weten wel hulp toe te laten, maar het is volgens hem afwachten in hoeverre dat ook echt gebeurt.

Er zijn wel al tientallen Amerikaanse legervliegtuigen geland in Rangoon, de grootste stad van het land. Militaire schepen moeten echter uitwijken naar buurlanden als Thailand, omdat die niet mogen aanmeren in de havens van Birma. Volgens Koenders vreest de junta voor buitenlandse interventie in het land.

Tijdens een donorconferentie zaterdag in Rangoon liet het militaire bewind volgens Koenders overigens weten dat het zelf vindt dat de hulpfase voorbij is. Het zou nu tijd zijn voor wederopbouw. Koenders benadrukt echter dat zo'n zestig procent van de mensen in het getroffen gebied nog geen hulp heeft gehad. De humanitaire hulp komt nu pas op gang. Volgens Koenders hoopt het regime dat het Westen nieuwe infrastructuur financiert, maar dat ziet hij niet zitten.

Het officiële dodental door de cycloon staat op bijna tachtigduizend, terwijl nog ruim vijftigduizend mensen worden vermist. Ongeveer 2,5 miljoen overlevenden hebben dringend hulp nodig.