Homo in bestuur CU mag, als hij 'geloofwaardig' is

Homo's mogen ook bestuursfuncties bij de ChristenUnie krijgen, maar hun geaardheid moet wel worden meegenomen in de selectieprocedure. Dat staat in het advies van de commissie Cnossen dat vorige week aan het bestuur van de ChristenUnie is voorgelegd. Het bestuur heeft de conclusies van de commissie overgenomen. Op 14 juni wordt het advies officieel ter goedkeuring aan het partijcongres voorgelegd.

Dat iemand homo is, betekent volgens de commissie niet dat hij niet actief kan zijn voor de partij. Maar hij moet wel een 'geloofwaardige' vertegenwoordiger zijn. Wie in zijn vrije tijd graag jaagt, kan moeilijk tegelijkertijd de Partij voor de Dieren vertegenwoordigen, zo legt de commissie uit. Bij het selecteren van kandidaten moet de kiescommissie dan ook met de bijbel als uitgangspunt naar eigen inzicht kandidaten selecteren.

Volgens voorzitter van homobelangenorganisatie COC Frank van Dalen komt het advies erop neer dat homo's die samenwonen geen bestuursfunctie mogen krijgen. "De commissie Cnossen laat het aan de selectiecommissies over om te concluderen dat een homo die samenwoont niet geloofwaardig een bestuursfunctie in de partij uit kan oefenen. In de bijbel staat immers dat het huwelijk iets tussen man en vrouw moet zijn", reageert Van Dalen.

De commissie werd ingesteld nadat Yvette Lont, lid van de deelraad van het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost, er in augustus voor pleitte 'praktiserende homo's' uit de partijorganisatie te weren. Dit veroorzaakte veel ophef binnen de partij.

Eén van de in totaal negen commissieleden kan zich niet in het eindoordeel van de commissie vinden. Meindert Leerling vindt dat de partij homoseksualiteit in haar gedragscode moet afwijzen. De commissie vindt juist dat er geen eisenlijstje moet komen waarin staat dat iemand geen homo mag zijn.

Partijleider André Rouvoet heeft positief gereageerd op het oordeel van de commissie. Hij is tevreden dat niemand op voorhand wordt uitgesloten, maar dat wel wordt erkend dat er spanning kan zitten tussen iemands 'persoonlijke levenswijze en de politieke boodschap'.