OCW: 115 miljoen voor rekenen en taal

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zal de komende drie jaar ruim 115 miljoen investeren om het reken- en taalniveau van leerlingen te verhogen. Dat hebben de OCW-bewindslieden gisteren in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.

Vanaf 2011 volgt jaarlijks een bedrag van circa 15 miljoen. Landelijk wordt in overleg met leraren vastgesteld wat leerlingen van taal en rekenen moeten kennen en kunnen bij de overgang naar een volgend schooltype. Of leerlingen voldoen aan het vereiste taal- en rekenniveau wordt tijdens de schoolloopbaan tussentijds of via examens getoetst.

Daarmee hebben minister Ronald Plasterk en de staatssecretarissen Marja van Bijsterveldt en Sharon Dijksma de belangrijkste aanbevelingen van de commissie-Meijerink overgenomen. Taal en rekenen is de basis voor een vervolgopleiding of werk, aldus de bewindslieden. "Die basis moet van onweersproken kwaliteit zijn, daarom investeren wij de komende jaren fors om die basis te versterken."

Voor docenten, schoolleiders en ouders moet duidelijk worden over welke kennis en vaardigheden een leerling op een bepaalde leeftijd op een bepaald schoolniveau dient te beschikken. Daarom worden voor het hele onderwijs niveaubeschrijvingen voor taal en rekenen/wiskunde vastgesteld. Doel van die zogenaamde referentieniveaus is het verhogen van het taal- en rekenniveau van leerlingen en studenten.

Die referentieniveaus en toetsing bieden ook voor het eerst de mogelijkheid om de ontwikkeling van taal- en rekenbeheersing van een leerling door de hele schoolcarrière nauwkeurig te volgen. Hoe scholen dit doen, is een verantwoordelijkheid van de school- of instelling.