Doodstraf minder vaak uitgevoerd

Amnesty International heeft in 2007 wereldwijd minimaal 1252 voltrekkingen van doodvonnissen geteld. Dat zijn er minder dan in 2006, toen sprake was van 1591. De meeste executies vonden plaats in China, Iran, Saudi-Arabië en Pakistan.

Dat stelt Amnesty in een rapport dat vandaag verschijnt. In de notitie staat dat in 2007 in 24 landen doodvonnissen ten uitvoer zijn gelegd en in 25 landen in 2006. Amnesty vermeldt wel dat het hier alleen om openbaar gemaakte cijfers gaat, een absoluut minimum. Het werkelijke aantal zou enkele malen hoger liggen. Op basis van mensenrechtenorganisaties en mediaberichten zou het echte aantal executies tussen de ruim 18.000 en 27.000 liggen.

Amnesty roept onder meer China op de geheimhouding omtrent executies op te heffen. Voor het Aziatische land valt de doodstraf onder staatsgeheim. Amnesty stelt dat China het land is dat de meeste doodvonnissen voltrekt en registreerde vorig jaar 470 gevallen. Volgens mensenrechtenorganisatie Dui Ha Foundation gaat het echter om circa 6000 mensen.

Sinds januari moeten alle vonnissen bij halszaken in China goedgekeurd worden door het Chinese Hooggerechtshof. Hierdoor is de tijd tussen veroordeling en executie langer geworden, wat tot een lichte daling heeft geleid.

In grote delen van de wereld zijn in 2007 geen doodvonnissen voltrokken. Voor Afrika rapporteerde AI in slechts vijf landen executies. In Europa is Wit-Rusland nog het enige land dat de doodstraf uitvoert. In Noord-, Zuid- en Midden-Amerika zijn sinds 2003 alleen in de Verenigde Staten doodvonnissen voltrokken. In de VS werden in 2007 in tien staten in totaal 42 executies uitgevoerd.

Positief noemt Amnesty de in december door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen resolutie waarin wordt opgeroepen tot afschaffing van de doodstraf. Dat de resolutie met een grote meerderheid is aangenomen, laat zien dat een wereldwijde afschaffing van de doodstraf mogelijk is, aldus Amnesty.