Dierenartsen in geweer tegen ritueel slachten

Ritueel slachten tast het welzijn van dieren op een onaanvaardbare manier aan. Dat stelt de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. De dierenartsvereniging roept minister van Landbouw Gerda Verburg (CDA) op rituele slachtingen anders uit te voeren.

De joodse en islamitische leer schrijft voor dat een dier voor het slachten niet zo mag worden bedwelmd dat hij niet meer bij kan komen. Na het aanbrengen van een halssnede kunnen runderen en schapen nog twee minuten bij bewustzijn blijven.

De dierenartsen zeggen dat een dier na het aanbrengen van de halssnede ook meteen met een pin door het hoofd kan worden geschoten, waardoor het dier hersendood is. Dat zou de periode van lijden verkorten en het komt tegemoet aan de religieuze eis dat de dieren niet vooraf mogen worden bedwelmd.

Ook kan volgens de dierenartsen net als in Nieuw-Zeeland een elektrische schok worden gegeven waar dieren nog van bij kunnen komen. Ook dat zou niet in strijd zijn met de religieuze voorschriften.

De dierenartsen willen dat er in Nederland niet meer ritueel wordt geslacht dan nodig is voor eigen consumptie. Een deel van het vlees wordt nu nog geëxporteerd.

Het toezicht is volgens de artsen beperkt, omdat het in verhouding met de reguliere slacht om kleinere aantallen dieren gaat. Ook is er kritiek op de zogenoemde kantelapparaten. Daarin worden schapen, runderen of geiten op hun rug of op hun zij gelegd voordat hun hals wordt doorgesneden. Deze apparaten zouden onnodig extra stress veroorzaken.

De artsen roepen de minister op onderzoek te doen naar alternatieve slachtmethoden.

In Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Finland en IJsland is slachten zonder bedwelming volgens de dierenartsen verboden.

Hoeveel dieren precies ritueel worden geslacht, is niet bekend. Wel mogen jaarlijks maximaal 125 duizend runderen en 850 duizend schapen en geiten worden geslacht.