Spanje herdenkt slachtoffers aanslagen Madrid 2004

De Spaanse koning Juan Carlos heeft dinsdag een krans gelegd bij het monument ter nagedachtenis aan de 191 mensen die precies vier jaar geleden omkwamen bij bomaanslagen op het openbaar vervoer van Madrid. Duizenden aanwezigen namen twee minuten stilte in acht en een in het zwart gestoken koor zong een gregoriaans aandoend stuk.

Het monument voor de slachtoffers -behalve de doden vielen er ruim 1800 gewonden- staat bij het treinstation Atocha. Dat was de eindbestemming van elk van de vier treinen waarin op de morgen van 11 maart 2004 in totaal tien bommen in rugzakken afgingen. Moslimextremisten eisten kort daarop in videoboodschappen de verantwoordelijkheid op voor de aanslagen. Ze zeiden de aanslagen namens Al-Qaida te hebben gepleegd wegens de aanwezigheid van Spaanse militairen in Irak.

In totaal werden 21 van de 28 verdachten in meer of mindere mate schuldig bevonden aan de aanslagen. Een aantal van hen kreeg celstraffen opgelegd van bijna 43 duizend jaar. De maximale straftijd in Spanje is in de praktijk veertig jaar.

Ook op andere plaatsen in en rond Madrid werden dinsdag herdenkingsceremonies gehouden. Elk jaar komen er echter minder belangstellenden op af. Dit jaar vormde bijvoorbeeld een schril contrast met de eerste herdenking, in 2005. Toen kwam in heel Spanje het openbare leven tot stilstand om vijf minuten stilte in acht te nemen.