Hezbollah-leider gedood bij aanslag in Syrië
De Syrische hoofdstad Damascus is vanmiddag opgeschrikt door een zware autobom. De Libanese Hezbollahbeweging maakte vlak daarna bekend dat Hezbollahleider Imad Moughniyah bij die aanslag is omgekomen. In een verklaring stelt de groepering Israël verantwoordelijk voor de aanslag. Israël wees de beschuldiging van de hand en wilde verder niet reageren. Imad Moughniyah was in de jaren tachtig een leider van de Islamitische Jihad beweging. Die beweging heeft nauwe banden met Hezbollah en was in de jaren tachtig betrokken bij diverse terreuraanslagen tijdens de burgeroorlog in Libanon. Moughniyah zou ook het brein zijn geweest achter diverse ontvoeringen van westerlingen in Beiroet. Ook zou hij in die periode nauw betrokken zijn geweest bij de aanslag op de Amerikaanse ambassade in Libanon.
De Hezbollahleider stond al lange tijd op de Amerikaanse en Europese lijst van gezochte terroristen. De Amerikanen zochten hem vanwege een kaping van een Amerikaans verkeersvliegtuig in 1985, waarbij een Amerikaanse militair omkwam. Bij een aanslag in de Buenos Aires (Argentinië) op de Israëlische Ambassade in 1992 kwamen destijds 29 mensen om. Ook daar zou Moughniyah één van de sleutelfiguren zijn geweest, net als bij de aanslag op de Amerikaanse legerbarakken in Beiroet in 1983, waarbij meer dan tweehonderd mensen omkwamen.
Moughniyah hield zich al jaren schuil en werd nog zelden in het openbaar gezien. In 1994 kwam zijn broer bij een soortgelijke bomaanslag om het leven in Beiroet. Destijds werd gedacht dat Imad het doelwit was geweest. In de jaren negentig zou hij zich vooral in Iran hebben schuil gehouden, daarna in Syrië. In Syrië zelf werd in de afgelopen jaren nauwelijks een aanslag gepleegd, waarbij de meeste opgeeist werden door islamitische militanten. In 2006 voerde Hezbollah oorlog met Israël, nadat de beweging twee Israëlische militairen had ontvoerd en talloze raketbeschietingen had uitgevoerd.
