Leraar moet meer uren gaan maken

Icoon OnderwijsLeraren moeten langer voor de klas gaan staan. In het onderwijs moet een 40-urige werkweek de norm worden. Oudere leraren krijgen minder vrije dagen.

Dat zijn twee van de maatregelen die het kabinet neemt om het dreigende tekort aan leraren in vooral het voortgezet onderwijs tegen te gaan. Leraren moeten er meer voor gaan kiezen 40 uur per week te gaan werken. Het kabinet wil dit niet opleggen.

Leraren die ouder zijn dan 52 kunnen met behoud van salaris minder gaan werken. Deze zogeheten bapo-regeling wordt minder ruim: de leeftijdsgrens wordt opgetrokken naar 60 jaar.

Minister Ronald Plasterk (Onderwijs) heeft ruim 1,1 miljard bijeengesprokkeld om leraren voor het onderwijs te behouden. Die trekt hij niet uit voor een salarisverhoging voor alle leraren. Wel kunnen goede leraren een extraatje tegemoet zien om hen voor het onderwijs te behouden. Door het inkorten van salarisschalen kan een docent sneller meer gaan verdienen. Hij moet wel zijn best doen want automatische periodieken verdwijnen.

Leerkrachten in het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs die op moeilijke scholen werken, krijgen een tijdelijke toeslag van 5 tot 10 procent. In het basisonderwijs mogen schoolleiders rekenen op een loonsverhoging van 275 euro per maand.