Huisarts wil vergunning terug

Icoon MedischVeel mensen kijken naar hun pensioen uit maar zoals altijd zijn er uitzonderingen op de regel. Huisarts Herman Groeneveld, inmiddels 70 jaar oud, vervult nog met plezier zijn taak in een huisartsenpost. Desondanks is zijn vergunning om als huisarts werkzaam te mogen zijn niet meer verlengd. Hij is naar de bezwaarschriftencommissie van de HVRC (Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie) gestapt om de doorhaling van zijn registratie als huisarts aan te vechten.

Huisartsen krijgen alleen een vergunning wanneer zij minimaal twee dagen per week praktijk houden. Het fulltime werkzaam zijn in een huisartsenpost is volgens de wet niet te vergelijken met de twee dagen werk in een (eigen) praktijk. Bert Prins, directeur van de Centrale Huisartsenpost verklaart: "Ik vind het prima dat er criteria zijn, maar de registratiecommissie gaat er wel erg rigide mee om. Het grote aantal uren dat Groeneveld voor onze huisartsenpost werkt, zou moeten meewegen. Zijn vakbekwaamheid is hiermee voldoende gegarandeerd. De HVRC bleek niet gevoelig voor onze standpunten. Er was geen sprankje inventiviteit. Ze hadden zich aan de regels te houden. Met zo’n handelwijze is een commissie overbodig. Een landelijk secretariaat en een computer zouden volstaan.

Lourens Kooij, algemeen secretaris van de HVRC vindt dat Prins generaliseert: “Er kan bij de herregistratie wel degelijk speelruimte zijn, maar die was er in dit geval niet. In meer dan de helft van de gevallen waarbij artsen het dreigende verlies van hun registratie aanvechten, komen er nieuwe feiten boven tafel. Dan hebben zij bijvoorbeeld toch nog nascholing gevolgd, waar wij geen weet van hebben.

Dat Groeneveld teleurgesteld is, begrijpt Kooij wel : “Getalsmatig is de problematiek niet groot. Maar als de huisartsenorganisaties vinden dat de regelgeving niet goed is, moet die gewijzigd. Dan voeren wij de gewijzigde regelgeving uit. De HVRC is enkel uitvoerder.” Zolang de bezwaarschriftencommissie nog geen uitspraak heeft gedaan, kan Kooij niet verder ingaan op de zaak van Groeneveld. “In zijn algemeenheid geldt dat je voor herregistratie zowel diensten moet doen als continue zorg moet leveren. Voor de invoering van de Wet BIG bestond er nog zoiets als een geclausuleerde registratie waarbij je ook kon worden geregistreerd voor specifieke taken, maar die mogelijkheid is door de overheid afgeschaft.

In een brief aan Prins en Groeneveld schrijft de Landelijke Huisartsen Vereniging samen met het Nederlands Huisartsen Genootschap bezig te zijn om hernieuwde herregistratie-eisen te formuleren, waarbij het aantal jaren ervaring met dienst doen (‘bijvoorbeeld twintig jaar’) mogelijk wordt opgenomen. Wat zeker niet komt te vervallen, is de eis van aantoonbare werkzaamheid in de normale huisartsenpraktijk. In eerste instantie, vervolgt de LHV, zou de instantie die de huisarts in dienst heeft, zich moeten inspannen om een werkkring in een huisartsenpraktijk voor een dag te regelen, zoals dat ook gebeurt voor huisartsen bij Justitie en in de krijgsmacht: "We weten dat dit voor de situatie van de heer Groeneveld niet realistisch is. Voor dit soort uitzonderingen is echter met de inspectie tot bevredigende afspraken te komen."