Scholen mogen hoofddoek verbieden

Vijf protestants-christelijke scholen in Epe en Vaassen mogen leerlingen en personeelsleden het dragen van een hoofddoekje of een keppeltje verbieden. Dit heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) vastgesteld.

De Commissie boog zich over de kwestie nadat de stichting ProCon, waaronder de vijf scholen vallen, uit eigen initiatief naar de CGB stapte. Volgens de Commissie wordt met het verbieden van niet protestants-christelijke kleding, geen verboden onderscheid op grond van godsdienst gemaakt.

Identiteit bewaken
Lang niet alle scholen mogen zomaar kleding gaan verbieden. Doorslaggevend bij het beantwoorden van de vraag of dit geoorloofd is, is de vraag of de school haar identiteit bewaakt en uitdraagt. De vijf genoemde scholen dragen de identiteit onder meer uit door het beginnen en eindigen van de schooldag met gebed, een dagelijks Bijbelverhaal en de verplichting om deel te nemen aan vieringen en activiteiten waarin de scholen hun identiteit uitdragen.

Dat op twee van de vijf scholen in totaal 26 islamitische kinderen zitten, doet volgens de CGB niet af aan de identiteit van de scholen. Aan de ouders wordt bij een toelatingsgesprek namelijk gevraagd ''de grondslag te onderschrijven en te respecteren''. Van de 26 draagt er één een hoofddoekje. Zo gauw het kledingvoorschrift officieel wordt ingevoerd, zal dat niet langer zijn toegestaan. Ook het dragen van andere kleding die expliciet verwijst naar andere godsdiensten dan de protestants-christelijke, is vanaf dat moment verboden.

-
De Commissie Gelijke Behandeling is er om door burgers ingediende klachten te onderzoeken en vragen te beantwoorden. De CGB beoordeelt of de gelijkebehandelingswetgeving is overtreden. Een uitspraak van de commissie heeft overigens geen juridisch bindend karater. Dat is enkel een uitspraak van een rechter.