VN wil verbod op godslastering

Gisteren heeft de VN-mensenrechtenraad een resolutie aangenomen waarin alle landen ter wereld worden opgeroepen een verbod op publiekelijke godslastering in te stellen. De resolutie werd er doorgedrukt door de islamitische landen in de VN-raad.

De anti-godslasteringsmotie was een initiatief van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC), die een wereldwijde 'campagne' tegen moslims en de islam aan de orde wil stellen die volgens de OIC sinds de aanslagen van 11 september 2001 aan de gang is. Directe aanleiding voor de resolutie zijn de welbekende Deense spotprenten over de islamitische profeet Mohammed.

Niet bindend
De resolutie werd aangenomen met 24 tegen 14 stemmen. Tegen stemden de Europese landen, Canada, Japan en Zuid-Korea. Zij vinden dat de resolutie te veel nadruk legt op de islam en bovendien in strijd is met fundamentele rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. Van de 47 leden in de VN-mensenrechtenraad behoort meer dan een derde tot de OIC. Met steun van China, Rusland, India, Cuba, Afrikaanse landen en - soms - Latijns-Amerikaanse landen kunnen zij veel van het beleid bepalen.

De besluiten van de Mensenrechtenraad zijn overigens niet bindend, maar de raad kan wel de aandacht vestigen op bepaalde kwesties. De resolutie maakt gewag van een ernstige bezorgdheid over pogingen om de islam in verband te brengen met terrorisme, geweld en mensenrechtenschendingen. Andere godsdiensten dan de islam worden niet bij naam genoemd. Landen worden dringend verzocht op te treden tegen de verspreiding van racistische en xenofobe ideeën en tegen materiaal dat is gericht tegen welke godsdienst dan ook en dat oproept tot haat, vijandigheid of geweld.