'Allochtone agenten moeilijk vast te houden'
De politie vindt het lastig allochtone medewerkers vast te houden. Ze zijn geschikt en halen voldoening uit hun werk, maar spelen toch vaak met de gedachte het korps te verlaten.
Met name het gevoel achtergesteld te worden bij promoties en toedeling van bijzondere taken doet de allochtone agent besluiten weg te gaan. Ruim 40 procent van de allochtone collega's voelt zich in meer of mindere mate achtergesteld. Dit is twee keer zoveel als onder autochtone. Bijna een op de vijf allochtone agenten (18 procent) wil het korps verlaten.
Dat blijkt vrijdag uit onderzoek van Bureau Driessen in Utrecht in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap. Het rapport werd aan Magda Berndsen-Jansen, korpschef van de regiopolitie Friesland aangeboden.
Minder veilig
Aan de enquête deden 499 allochtone agenten, 323 autochtone agenten en 220 operationele politiechefs mee. Hen werd gevraagd naar onder meer hun beleving en opvattingen over werk en werkomstandigheden, collegiale omgangsvormen en gelijke kansen. Het is de eerste keer dat de positie en het functioneren van allochtone agenten is onderzocht.
Allochtone politiemensen voelen zich ook minder veilig dan hun autochtone collega's. Ook krijgen ze meer kwetsende opmerkingen naar hun hoofd: een op de vijf allochtone agenten tegenover slechts 5 procent van de autochtone. Toch is de omvang van discriminatie volgens de onderzoekers beperkt.
