Rechter houdt antiterreurwet Bush overeind

Icoon Buitenlands Een Amerikaanse federale rechter heeft woensdag een nieuwe en omstreden antiterreurwet van president George Bush overeind gehouden. Volgens de rechter mogen personen die gevangen zitten in het Amerikaanse detentiecentrum Guantánamo Bay hun detentie toch niet aanvechten.

De zaak waarin uitspraak werd gedaan, draait volgens Amerikaanse media om Salim Ahmed Hamdan. Hij was de chauffeur van de leider van het al-Qaeda-netwerk, Osama bin Laden. Hij wist eerder dit jaar bij het Hooggerechtshof nog een grote zege te boeken. Dat bepaalde toen dat de "militaire commissies" of tribunalen die waren ingesteld om de terreurverdachten van Guantánamo te berechten illegaal waren.

In november 2001 gaf de president per decreet, daarmee het Congres omzeilend, zichzelf persoonlijk het recht verdachte personen voor dergelijke militaire raden te slepen. Daar zouden verdachten aanmerkelijk minder rechtsbescherming genieten dan voor een gewone rechtbank. Door de aanvankelijk succesvolle juridische strijd van Hamdan hiertegen, lag de weg naar de gewone rechter open.

Bush zat evenwel ook niet stil en hij kreeg in oktober parlementaire steun voor een aangepaste antiterreurwet waarin de militaire commissies alsnog terugkeerden met betere waarborgen voor de rechtsbescherming van de verdachten. De federale rechter wees woensdag op deze wet, die volgens hem betekent dat federale rechters geen zaken van verdachten uit Guantánamo kunnen behandelen omdat de wetgever dat nadrukkelijk niet wil.