'Er dreigt een tweedeling in grote steden'

De grote steden in Nederland oefenen de komende tien jaar een grote aantrekkingskracht uit op mensen met een hoge opleiding en een hoog inkomen. Tegelijk dreigt in die steden een toenemende tweedeling.

De kans op sociale onlusten en veiligheidsproblemen lijkt er tot 2015 eerder toe dan af te nemen. Dat staat in de discussienota Steden van morgen, keuzes van vandaag, die minister Atzo Nicolaï (grotestedenbeleid) binnenkort naar de Tweede Kamer stuurt. Een woordvoerder van zijn ministerie bevestigde woensdag een bericht hierover in de Volkskrant.

Volgens Nicolaï moet nu vooral het wegtrekken van de middeninkomens uit de grote steden een halt worden toegeroepen. ,,De stad moet een ladder zijn waar je sport voor sport omhoog kan'', zegt hij in de krant.

Nieuwe probleemsteden
In de nota staat dat het veel steden economisch beter gaat, mede dankzij het in 1994 ingevoerde grotestedenbeleid. Nicolaï: ''Je ziet dat de steden weer populair zijn en dat niet iedereen die het wat beter heeft de neiging heeft de stad te verlaten. Maar je ziet ook de verschillen tussen groepen van de stedelijke bevolking groter worden. Dat is een risico.''

Daarom is volgens de bewindsman een nieuwe impuls nodig. ''Een geleidelijke bevolkingsopbouw is van groot belang. Een van de grootste opgaven is de middengroepen voor de stad te behouden of te verleiden naar de stad te komen.''

Steden met een eenzijdige bevolkingsstructuur, een groot aandeel laagopgeleiden én weinig banen kunnen wel eens de nieuwe probleemsteden worden, staat verder in de nota. Emmen, Heerlen en Den Helder worden daarbij expliciet genoemd. Ook wijken uit eind jaren zeventig, begin jaren tachtig met een grillig stratenplan dreigen te verloederen. Zulke wijken zijn er bijvoorbeeld in Almere en Capelle aan den IJssel.