Publieke Omroep blijft ook kwaliteit meten

Icoon TelevisieDe Publieke Omroep (PO) blijft niet alleen kijkcijfers in de gaten houden om de animo voor zijn programma's te peilen. De organisatie heeft een methode, de zogenoemde "kwaliteitskaart televisieprogramma's", ontwikkeld om ook de kwaliteit van de uitzendingen te meten, zo maakte een PO-woordvoerder vandaag bekend. Deze wordt al sinds 2003 intern gebruikt, maar PO gaat er nu ook mee naar buiten.

De kwaliteitskaart meet op de aspecten betrouwbaarheid, kwaliteit, pluriformiteit, maatschappelijke impact en innovatie. Op de eerste vier punten scoren de publieke zendgemachtigden beter dan de commerciële zenders. Op het gebied van innovatie scoren de publieke en commerciële omroep gelijk.

Als bijvoorbeeld beide Nederlandse soaps met elkaar worden vergeleken, wordt duidelijk dat BNN er in slaagt van zijn soap (ONM) een pluriforme serie te maken. Kijkers beoordelen de serie met een score van 75 (op een schaal van 100) als pluriform, terwijl Goede Tijden, Slechte Tijden (GTST, RTL4) op dat gebied slechts 62 haalt.

In de afgelopen periode zijn 250 programma's van tien tv-zenders via de methodiek met elkaar vergeleken. Dat had de eerder genoemde resultaten tot gevolg. Aan het onderzoek doen ongeveer 8000 respondenten mee. Zij loggen via internet regelmatig in (minimaal twee keer per week) en beantwoorden vragen over de programma's die ze de dag tevoren hebben gezien. Daar zijn standaardvragen bij en specifieke vragen en/of stellingen.