Ooievaar bezig met grote comeback

Icoon BinnenlandsHet gaat goed met de ooievaar in Nederland. Het aantal broedende ooievaarparen is gestegen naar ruim vijfhonderd; een evenaring van het aantal rond 1900. Met name in het Groene Hart zijn er het afgelopen jaar veel ooievaars bijgekomen.

In 1970 was het ronduit pet met slechts veertien ooievaars, waarvan er slechts één paar kleine ooievaartjes maakte. Vogelminnend Nederland ging aan de noodklok hangen en samen met vrijwilligers begon de organisatie een project om de figuurlijk nakomeling-brengende vogel letterlijk nakomelingen te laten brengen en zo te behouden in ons land. 28 paren ooievaars werden vanuit Zwitserland naar Nederland gebracht en vonden hun plekje in Het Liesvelt nabij Groot Ammers. De ooievaars fokten rijkelijk en gaandeweg werden er steeds meer vogels uitgezet in andere zogenaamde 'buitenstations'.

Bij Alphen aan den Rijn is zelfs al een zogenoemd buitenstation gesloten omdat het niet meer nodig is de vogels hier nog bij te voeden. De dieren blijken prima in staat zelf hun kostje bijeen te scharrelen. Vogelbescherming Nederland is bijzonder gelukkig met de terugkeer van de ooievaar in Nederland.

Volgens Hans Peeters van Vogelbescherming Nederland weten steeds meer ooievaars zich zelfstandig te handhaven. Bijna de helft van de vijfhonderd paren is bezig met eigen nesten te bouwen. De overige ooievaars nestelen nog in de buurt van buitenstations, waarvan de Aarhorst bij Alphen aan den Rijn nu sluit.

Steeds minder ooievaars blijken afhankelijk te zijn van bijvoederen. "Een trend die we overal zien", aldus Peeters, die dan ook denkt dat er in de toekomst steeds minder buitenstations nodig zijn, hetgeen ook van begin af aan de bedoeling was. "Door bijvoeren te verminderen breng je de natuurlijk trek weer op gang en dat zien we graag."


Een ooievaar


Met dank aan Brillies voor de submit.