Nederlander wil sterke leider

Uit het rapport 'De Sociale Staat van Nederland 2005', waarvan we al uitgebreid in dit bericht verslag doen, blijkt dat Nederlanders een sterke leider willen en minder vertrouwen hebben gekregen in de politiek. Aan het einde van de vorige eeuw had 80% van de Nederlandse bevolking vertrouwen in het kabinet, nu is dat nog maar net iets boven de 50%.

Het vertrouwen in de politieke partijen is ook niet al te best, maar wel iets hoger dan in 2002. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) constateert dat veel Nederlanders een sterk leiderschap willen. Meer dan 60% wil sterke leiders; in 2002 was dat nog zo'n 30%.

'Nederlanders net verwende kinderen'
Arjo Klamer, professor in de Economie van Kunst en Cultuur aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, zegt naar aanleiding van het klaaggedrag van de Nederlanders dat we ons minder als verwende kinderen moeten gedragen en zelf moeten werken aan een betere samenleving. Dat de overheid niet goed luistert naar de taal van de samenleving, dat klopt volgens hem wel, maar een sterke leider hebben we niet nodig vindt Klamer.

De professor denkt dat een sterke man als Pim Fortuyn een ramp voor ons land zou betekenen: ''We zijn en blijven polderaars, we moeten vergaderen. Fortuyn zou een ramp geworden zijn.'' Bovendien, zo zegt hij ''als Nederlanders iets niet tolereren, zijn het wel sterke leiders.''

Het grootste probleem ligt volgens Klamer overigens niet bij de overheid, maar bij de mensen zelf. ''Nederland is veel te weinig maatschappelijk georganiseerd. Dat uit zich bijvoorbeeld in een zeer klein aantal mensen dat zich bij een politieke partij heeft aangesloten. Nederlanders hebben te weinig over voor hun samenleving.'' Volgens Klamer moeten we ons minder als klant en meer als burger met eigen verantwoordelijkheden gaan gedragen.


'Nederlanders tolereren geen sterke leiders'