Oliesjeiks richten zich meer op de euro

De oliesjeiks uit de OPEC-landen richten zich steeds meer op de euro. Langzamerhand beginnen ze hun dollartegoeden om te zetten in euro's, zo blijkt uit cijfers van de centrale bank der centrale banken: de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) in Zwitserland. De oliemagnaten uit het Midden Oosten belegden hun in 2001 verdiende oliedollars voor 75% opnieuw in dollarwaarden, nu is dat nog 61,5%. Het aandeel van de euro in de beleggingsportefeuille van de oliesjeiks is inmiddels gestegen van 12 tot 20%.

De olieprijs wordt in dollars afgerekend, wat gunstig is voor Europa omdat door de lage dollarkoers het effect van de hoge olieprijzen wordt afgeremd. Mocht de OPEC ooit besluiten om de olieprijs in euro's te gaan noteren dan zou dat een groot nadeel zijn voor zowel Europa als de VS.

De steeds grotere aantrekkingskracht die de euro heeft vindt de Europese Centrale Bank (ECB) aan de ene kant leuk, maar aan de andere kant niet. Want de koers van de euro wordt er verder door opgedreven. De euro zette deze week haar opmars verder voort en kwam met $1,3469 dicht in de buurt van de mijlpaal $1,35, een grens die door de ECB vroeger wel eens is betiteld als het punt waarop de hoge eurokoers echt vervelend begint te worden voor de Europese economie. In New York zakte overigens de euro gisteravond richting de $1,320. Bij het slot van de handel was de koers weer opgekrabbeld tot $1,333.