Balkenende voert druk op Turkije op

Premier Jan Peter Balkenende heeft, in zijn hoedanigheid als voorzitter van de Europese Unie (EU), gezegd dat Turkije vóór 17 december moet meedelen of het van plan is Grieks-Cyprus te erkennen. Balkenende deed dat na overleg in Athene met de Griekse regering. Tot nu toe weigert Turkije het Griekse deel van Cyprus, dat pas EU-lid is geworden, te erkennen.

Turkije erkent officieel alleen het noordelijke, Turkse deel van Cyprus. Turkije houdt dat al bezet sinds de deling van Cyprus in 1974. Daar zijn nog altijd 30.000 militairen gelegerd.

Over ruim een week wordt op de EU-top in Brussel bepaald of het overleg over de Turkse toetredingsonderhandelingen kan beginnen. Nederland heeft overigens in een ontwerptekst laten vastleggen dat de de Europese Commissie de onderhandelingen moet staken als blijkt dat Turkije gevangenen blijft martelen. Dat is voor het eerst dat het woord 'martelen' in een ontwerptekst valt. Dat ligt mogelijk heel gevoelig bij de Turken, omdat de regering in Ankara juist van mening is dat het al genoeg heeft gedaan aan verbetering van de mensenrechten. Ze liet juist deze week weten dat de EU daar niet voortdurend op moet blijven hameren en dat het geen nieuwe voorwaarden wil.