'Moslims kunnen wel incasseren'

De opmerking die minister Rita Verdonk van Integratie gisteren maakte over het incasseringsvermogen van moslims, is slecht gevallen bij het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO). Verdonk zei dat het afstoffen van de wetsartikelen over godslastering in feite het lagere tolerantieniveau van islamitische gelovigen zou belonen. Ze vond dat moslims meer moeten leren incasseren en niet zo snel in de slachtofferrol moeten kruipen.

Volgens CMO-voorzitter Ayhan Tonca heeft het feit dat moslims ''er niet blij mee zijn als de profeet of Allah wordt beledigd'', niets met een lager incasseringsvermogen van doen maar met normen en waarden, fatsoen en respect. De uitspraak van Verdonk geeft volgens hem goed aan, hoe zij naar de moslimgemeenschap kijkt. Volgens Tonca verschillen moslims niet van iedere andere gelovige: ''Een christen is ook niet blij als Jezus of Maria wordt beledigd.''

Smalende godslastering
Het beledigen van een god of gelovigen is strafbaar gesteld in de artikelen 147 en 147A van ons Wetboek van Strafrecht. Het werd in 1934 ingevoerd om joden te beschermen tegen lasterlijke uitlatingen in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Het artikel is tot nu toe overigens heel weinig gebruikt: een keer of tien, zoals in de jaren zestig toen Gerard van het Reve door de Hoge Raad werd vrijgesproken in het zogenaamde 'Ezelsproces'.

Het was CDA-minister Piet Hein Donner van Justitie die afgelopen weekend voorstelde de wetsartikelen meer te gaan toepassen. VVD-minister Verdonk ziet daar dus niets in, evenals de LPF, die bovendien de timing vlak na de moord op Theo van Gogh zeer slecht vindt, en D66 die godslastering helemaal uit het wetboek wil hebben. CDA, de ChristenUnie en de SGP juichen het voorstel toe, de laatste twee zelfs meer dan van harte. SGP en de CU vinden de opmerkingen van Verdonk over moslims bovendien buiten alle proportie. Ook de PvdA vindt het goed dat Donner de zaak ter sprake brengt.

Tegen vloeken
De Bond tegen het Vloeken, die al jaren strijdt tegen het 'misbruiken' van de naam van de Heer en zijn zoon, laat ook weten blij te zijn met de discussie die het voorstel van Donner heeft losgemaakt. De bond heeft zelf een aantal keer geprobeerd het betreffende wetsartikel te gebruiken, onder meer tegen, ironisch genoeg, Theo van Gogh. De bond was boos omdat hij in 1996 in een column Jezus voor 'de rotte vis van Nazareth' uitmaakte. Tot een veroordeling kwam het niet, ondanks dat de zaak tot aan het Europese Hof sleepte.

De anti-vloek vereniging denkt niet dat ze het artikel weer gaat gebruiken in de strijd tegen het vloeken: ''Rechtszaken zijn niet het eerste middel. Hooguit moet je het voor extreme gevallen achter de hand houden. Met rechtszaken komen mensen alleen maar meer tegenover elkaar te staan. Een goed gesprek lost vaak meer op.'' Bovendien is volgens de bond in de praktijk moeilijk aan te geven wanneer het wetsartikel wordt geschonden.

De Bond tegen het vloeken verwacht overigens niet dat het pleidooi van Donner juridisch gezien veel zal uithalen: ''De jurisprudentie sinds de jaren dertig laat zien dat de rechter godslastering zelden veroordeelt. Het zogeheten ezelsproces uit 1966 dat uitmondde in vrijspraak, was een keerpunt in de jurisprudentie over 'smalende godslastering'. Sinds het ezelsproces heeft de rechter steeds gezegd dat de verdachte de intentie moet hebben gehad om te smalen. Dat zal elke verdachte ontkennen'', aldus een woordvoerder.