Werkloosheid allochtonen in NL het grootst

In geen enkel EU-land werken zo weinig buitenlanders als in Nederland. Van de mensen in de werkzame leeftijd met een paspoort van buiten de EU, werkt in Nederland slechts 34 procent. Onder mensen met een Nederlandse pas is dat 72 procent.

Dat concludeert de Duitse Bertelsmann-stichting in een onderzoek naar de integratie van immigranten op de arbeidsmarkt in de EU. Ook als niet wordt gekeken naar paspoort maar naar herkomst, tonen de cijfers een geringe deelname aan de arbeidsmarkt van allochtonen in Nederland.

Groot verschil met rest van de wereld
Om te beginnen willen, met name onder Turken en Marokkanen, veel vrouwen niet werken. Van de allochtonen die wel willen werken, is vervolgens een veel groter deel werkloos dan onder autochtonen. Nergens in de westerse wereld is het verschil tussen werkloosheid onder buitenlanders en mensen met een paspoort van het land zelf zo groot als in Nederland.

Weliswaar is de werkloosheid onder allochtonen in Nederland de laatste jaren zeer fors gedaald -zo is onder de groep die het meest zonder werk zit, de Turken, de werkloosheid tussen 1995 en 1999 gehalveerd tot 20 procent- maar onder de bevolking als geheel is de werkloosheid in die tijd bijna verdwenen. Hun achterstand hebben de allochtonen derhalve niet ingelopen.

Gebrek aan scholing
Een belangrijke verklaring voor de hoge werkloosheid is de gebrekkige scholing van allochtonen in Nederland. Waar een land als Canada, dat sinds jaar en dag een selectief immigratiebeleid heeft gevoerd, immigranten heeft met gemiddeld zelfs een hoger opleidingsniveau dan onder de autochtone bevolking wordt aangetroffen, blijven in Nederland vooral Turken en Marokkanen achter in opleidingsniveau. Maar ook Groot-Brittannië is een interessant voorbeeld, omdat de verschillen in opleiding tussen autochtonen en allochtonen daar veel geringer zijn dan in Nederland. In Duitsland daarentegen blijven immigranten verder achter in opleiding bij de gemiddelde bevolking dan in Nederland.

Te hoge sociale uitkeringen
Een andere verklaring die de onderzoekers Van Suntum en Schlotböller geven voor het lage aandeel werkenden onder allochtonen in Nederland is het hoge niveau van de sociale uitkeringen. "Zo bestond ook voor leden van etnische minderheden lange tijd de mogelijkheid alleen door sociale ondersteuning een aanvaardbare levensstandaard te bereiken", concluderen de onderzoekers. Alleen in Denemarken zijn de uitkeringen royaler.

Opvallend is dat Nederland op andere vlakken wel succes boekt met de integratie, maar dat dat niet doorwerkt op de arbeidsmarkt. Zo is het relatief makkelijk een Nederlands paspoort te krijgen, wordt er veel geld gestoken in bij- en omscholing, spannen overheden zich in allochtoon personeel aan te trekken en wordt er niet moeilijk gedaan over hoofddoekjes.

Gugg had ons dit via de newssubmit te melden, bedankt!