Impulsieve overval is de nieuwste criminele hype

Steeds meer regio's in Nederland worden geteisterd door een overvalgolf. Terwijl het aantal straatroven het afgelopen jaar is gedaald, is het aantal overvallen juist fors gestegen. Gemeenten en politiekorpsen maken zich vooral zorgen over het groeiend aantal 'impulsovervallers': jongeren die 's middags besluiten om 's avonds 'even' een snackbar of tankstation te overvallen.

'Het is een hype: slecht voorbereid, impulsief, hit and run', zegt Paul Reijenga, landelijk overvalcoördinator namens de Raad van Hoofdcommissarissen. Jongeren die op zoek zijn naar snel geld voor dure kleren of luxe gadgets, deinzen er niet voor terug om onder bedreiging van een vuurwapen een graai te doen in de kassa, ook al gaat het maar om een paar tientjes of honderdjes.

Na een geslaagde overval kan er sprake zijn van kopieergedrag: zo makkelijk gaat dat dus. Reijenga: 'Ze dagen elkaar uit. Het is spannend, kicken, het is een manier om snel aan geld te komen. Een vervelende en gevaarlijke ontwikkeling. De politie staat overal op scherp. We moeten oppassen dat er geen ongelukken gebeuren.'

In Tilburg was het de afgelopen anderhalve week acht keer raak. Een bakkerij was zelfs twee keer het doelwit. Vorige week woensdag werden drie overvallers opgepakt, die binnen een half uur zowel de dierenwinkel als de drogisterij met postagentschap hadden overvallen. Bij een wilde achtervolging werd geschoten en een agent van zijn motor gereden. Politiewoordvoerder Jeroen Steenmeijer: 'Ondanks die arrestaties zijn er toch weer twee overvallen geweest, op een benzinestation zaterdag en een cafetaria zondagavond.'

Ook het politiekorps Limburg-Noord meldt 'een enorme piek aan overvallen de laatste weken'. Korpschef Bryan Rookhuijzen kondigde vrijdag in Venlo maatregelen aan om de trend te stuiten. 'De maat is vol. Het is in het korps topprioriteit geworden', zegt hij. 'We gaan ze pakken, maar dat kunnen we niet alleen.' Ook ondernemers en burgers moeten alert zijn.

Elders in het land zijn dezelfde geluiden te horen, uit grote steden als Amsterdam en Rotterdam en gemeenten als Almere en Nieuwegein. Overvalcoördinator Reijenga is nog bezig om alle gegevens op een rijtje te zetten en te analyseren, maar nu al is duidelijk dat 2008 op overvalgebied een bar slecht jaar was. In de eerste elf maanden werden 2.090 overvallen geregistreerd, 12 procent meer dan in dezelfde periode in het voorgaande jaar. Daarmee zet de trendbreuk die in 2007 was ingezet, zich voort. Van 2003 tot 2007 was het aantal overvallen juist gestaag afgenomen.

Vooral horecabedrijven, supermarkten en andere winkels zijn populair bij overvallers. Klassieke doelwitten als banken en juweliers worden minder bezocht als gevolg van verscherpte veiligheidsmaatregelen. Volgens de politie is 60 procent van de daders in de leeftijd van 18 tot 27 jaar en 12 procent van 14 tot 17 jaar.

De daders behoren lang niet meer alleen tot de klassieke criminele bendes, waaronder die uit Oost-Europa. Het zijn ook in toenemende mate nieuwelingen die de overval op het tankstation als 'instapdelict' begaan. Die groep van vooral jonge impulsovervallers baart Frans Swinkels, directeur veiligheid van de gemeente Tilburg, de meeste zorgen. 'Een paar jaar geleden kwamen overvallers veelal uit bekende dadergroepen. Een overval was een volgende stap op de criminele carrièreladder. Bij een inbraak kom je niet direct in contact met het slachtoffer, bij een overval kijk je het slachtoffer recht in de ogen en bedreig je hem met een vuurwapen en geweld. Dan ga je toch een grens over.'

Ook hun werkwijze wijkt af. De 'klassieke' overvaller verkent eerst zijn doelwit en omgeving, is enkele dagen aan het posten. De impulsaanvaller gaat driester te werk. 'Ze hebben geld nodig en besluiten dat ze die avond nog de snackbar te grazen nemen', vertelt Jelle Egas van het Nederlands Politie Instituut. 'En als er te veel mensen in de snackbar staan, rijden ze op hun scooter door en overvallen ze het tankstation verderop.'

Iedereen worstelt met de nieuwe dadergroep. Het is ook een maatschappelijk vraagstuk, meent Reijenga. ‘Bij sommigen is de opvoeding uit de hand gelopen. Ze hebben niet geleerd dat je niet mag stelen en dat je dat zeker niet met geweld mag doen.’