De niet zo stille getuige

Sarah (SarahMorton)

Ik was net aan het afrekenen bij de kassa, toen er een moeder de supermarkt binnenkwam, samen met een huilend jochie.
Zij tilde haar zoontje op bij zijn oksels, hield hem iets boven haarzelf uit en keek hem dreigend aan. Vervolgens zette ze hem neer en werkte ze hem nog even tegen de grond, omdat hij tegensputterde. Ondertussen sprak ze hem nogal bits toe. "Luisteren!"
Vervolgens ging ze de winkel binnen en hij bleef achter bij de boodschappenwagens. Niet omdat hij niet mee de winkel in wilde, nee hij moest daar blijven staan, zo bleek al snel.
“Daar blijven!” snauwde de moeder.
Waar hij bleef staan huilen en roepen. Al snel rende hij de winkel in en daarna meteen, hard huilend, weer terug. Hij klonk alsof hij was geslagen. Vrijwel zeker was hij weer weggestuurd.


Ik besloot de caissière te waarschuwen. Aarzelend zei ze dat we ons er maar niet mee moesten bemoeien, maar ze zou het wel in de gaten houden.
“Maar kunt u de moeder niet laten omroepen, het is toch gevaarlijk om een peuter alleen achter te laten?” drong ik aan.
Toen was ik even een niet zo stille getuige.
Ze gaf me wel gelijk, maar we moesten het toch maar even aankijken. Ze probeerde me gerust te stellen, alsof ze bezorgder was om mij dan om het ventje. Ze wilde dat ik rustig naar huis kon(!)
In plaats daarvan besloot ik dan maar bij het jongetje in de buurt te blijven. Ik probeerde oogcontact te maken vroeg hem wat er was (al wist ik dat al), maar hij bleef alleen maar huilen. Na ongeveer een kwartier kwam de moeder in beeld. Verzengende ogen.
Toen ze mij zag, riep ze nogal agressief: “Wat is er?”
Ik vroeg hoe oud haar zoon was.
“Hij is drie.”
“U kunt een kind van drie toch niet alleen achterlaten?”
Dat liet ze zich niet zeggen. Het was haar kind, dus ze wist heus wel hoe ze hem moest opvoeden!
Waarom loopt u dan weg?, dacht ik.
Naar haar kind toe had ze haar woede getemperd. Ze tilde hem op, nu niet dreigend. Ze droeg hem. Slap hing hij tegen zich aan, alsof hij weer een baby was.

Ik ging terug naar de caissière die me daarnet te woord had gestaan, om het nieuws te vertellen dat het kind weer met zijn moeder herenigd was.
Zij vertelde me: “In de winkel waren er ook een paar mensen ingeschakeld, die haar hadden aangesproken.”
Was de moeder daarom haar zoontje toch maar komen ophalen? Had ze anders het kind daar laten staan, totdat ze klaar was met boodschappen doen?
Buiten op het plein zag ik hen lopen. Het jongetje leek weer opgewekt.

Waarom zou je het risico nemen om een peuter alleen achter te laten? Zeker als hij overstuur is. De kans op ongelukken is dan levensgroot. Bovendien is het strafbaar. Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht verbiedt het 'in hulpeloze toestand' achterlaten van een kind. 
Wie had er op hem moeten passen. De caissières? Die bedienen klanten en kunnen dus niet continu opletten.

Ook al zal een kind niks overkomen, verstoten worden (al is het maar even) voelt als levensbedreigend. Het kind weet instinctief dat hij zichzelf nog niet kan redden. Daarom zal een kind dat dreigt te worden achtergelaten achter de ouder aanrennen, zelfs al is die de oorzaak van zijn kwetsuren.
Zeker tijdens de peuterleeftijd hebben kinderen snel last van verlatingsangst. Ze ontdekken dat ze een individu zijn en betrekken hoe ze worden bejegend ook sterk op zichzelf

Misschien zullen mensen denken dat een kind vastbinden in een wagentje dan veiliger is, maar dat betwijfel ik. Dan kan hij helemaal niks doen als de opvoeder wegloopt.

Zo trof ik eens een peutertje van zo te zien nog geen twee jaar aan. Hij zat geparkeerd in een buggy en de opvoeders waren in geen velden en wegen te bekennen.
Ik vroeg het kindje waar zijn ouders waren, maar hij was nog te klein om antwoord te geven. Hij keek alleen maar verbouwereerd.
Ik wilde de ouders al laten omroepen, toen er een oma aan kwam lopen.
Ik vertelde dat ik op het kindje gepast had.
Ze bedankte me hartelijk en legde me uit dat hij per ongeluk was vergeten; zij dacht dat zijn moeder hem bij zich had (ze waren beiden in dezelfde winkel) en de moeder dacht dat hij bij zijn oma was. Even later was hij herenigd met het hele gezin. Hij zat in de boodschappenwagen. Niet in het stoeltje, maar in de kar zelf. Nu kon hij lachen. Goed, dit was geen opzet, maar wel een voorbeeld dat een kind in een buggy makkelijk vergeten kan worden. Weliswaar kon hij zelf niet weglopen.

Mijn eigen moeder vertelde eens een grappige anekdote. Ze zag een jochie in zijn uppie lopen in de supermarkt. De ouders waren nergens te bekennen, dus ze vroeg hem waar die waren.
Dat wist hij niet. Hij pakte een kindertijdschrift uit het rek.
“Die wil ik wel hebben”, zei hij.

Tientallen keren heb ik huilende kinderen gezien, omdat ze hun moeder of vader kwijt waren.
Maar zo hoeft het niet altijd te gaan.
Een jongetje van zo te zien drie, hooguit vier vroeg een caissière om hulp, omdat hij zijn moeder niet kon vinden. Hij was merkwaardig kalm. Blijkbaar had zijn moeder hem geleerd wat hij kon doen als hij haar even uit het oog verloor. Een verstandige zet, zo bleek!
De moeder werd opgeroepen en ze waren snel weer herenigd.

Kinderen zijn vaak zelfredzamer dan we denken, maar die zelfredzaamheid ontwikkelingen ze wel via hun ouders en andere mensen binnen de 'stam'. In verbinding.
Mijns inziens zijn ouders die hun kind aan hun lot overlaten, uit verbinding met hun kind en met zichzelf.
Je gooit een kind dat nog niet kan zwemmen toch ook niet zomaar in het diepe?
In vertrouwen en onder toeziend oog van hun opvoeders, leren kinderen 'zwemmen.'

Ik ben ook geen voorstander van een overbeschermende opvoeding. Een kind heeft het nodig om fouten te kunnen maken, te leren vallen en opstaan. Zo leert het ook gevaar beter in te schatten en kan het beter inspelen op de omstandigheden. Het maakt kinderen zelfredzaam en zelfverzekerd. *
Vertrouwen (in plaats van angst of dreigen) is een van de mooiste lessen die we een kind kunnen meegeven.

* https://kiind.nl/laat-je-kind-vallen/

https://kiind.nl/liedloff-op-zoek-naar-het-verloren-geluk/