Het gaat zoals het gaat

Sarah (SarahMorton)

Sommige mensen werken het liefst alleen, andere zijn echte 'teamplayers.'
Solitair werken kan goede resultaten opleveren. Het kan ook ontspannen zijn omdat je niet afhankelijk bent van anderen. In veel situaties is het zeker aan te raden.
In andere situaties kunnen we juist gedijen als we elkaars kwaliteiten kunnen benutten. Samen sterk.
Maar zeker bij samenwerking komt nog best veel kijken.

Er klakkeloos op vertrouwen dat 'alles goed komt', er gebeurt wat nodig is, (zoals bij een gezamenlijk project of een afspraak), werkt slecht wanneer men tijdsdoelen wilt halen.
Werken in ongedwongen ijver, lijkt het antwoord. Hoe creëer je een evenwicht tussen elkaar de ruimte geven en het werk organiseren? Leven en laten leven?

Niet de druk op zich zorgt voor kramp en stress. Een helder doel kan ook motiverend zijn, iets om naartoe te leven. Vertrouwen lijkt de basis. Het is niet vanzelfsprekend. Vertrouwen bouw je op, door waar te maken waar je voor staat en wat je toezegt.
Binnen veel samenwerkingsverbanden zijn er mensen die het proces domineren, meestal de beheerders en niet de creators. Niet altijd omdat zij er verstand van hebben. Het heeft niet eens altijd met hiërarchie te maken.
Hoewel beide kwaliteiten waarde hebben en elkaar nodig hebben en elkaar aanvullen, kunnen ze managers de 'vrije mens' gevangen houden binnen hún eisen, voorwaarden. De samenwerkingsrelatie wordt ongelijkwaardig.

Een uitgever stelt bepaalde voorwaarden aan het werk van een auteur. Deels is dit logisch. Beiden willen als het goed is een bepaalde mate van kwaliteit bereiken, opdat de lezer hen serieus neemt. Wanneer dit in goed overleg gebeurt en met wederzijds begrip, kan een bloeiende, zinvolle samenwerking ontstaan, waarbij zij van elkaar kunnen leren. Na een gesprek met de uitgever hoort een auteur niet gedeprimeerd, gedesillusioneerd en uitgeput naar huis te gaan. Hij hoort enthousiast te zijn, verheugd om zijn 'meesterwerk' naar een hoger niveau te tillen. Een auteur hoort zin te hebben om (weer) aan het werk te gaan en de adviezen en punten van de uitgever horen als een steun te ervaren.
Dat de twee partijen er vaak niet uitkomen, kan verschillende redenen hebben. Sommige mensen kunnen niet tegen kritiek: 'Aan mijn werk mag niets veranderd worden', Mensen begrijpen het niet' enz. Of de uitgever breekt de creatie af en zet het naar zijn eigen hand, in plaats van positief bij te dragen aan de kwaliteit. Voor sommige mensen, zowel de creators als de beheerders, is hun eigen smaak wet.
Een goede redacteur laat het boek in z'n waarde, ziet de kwaliteit ervan en helpt de auteur om zijn stem duidelijker te laten klinken, in plaats van de stem om te buigen. Dus het boek verbeteren, in plaats van veranderen. De redacteur is ook streng en toont de auteur de fouten in het werk. De spelling, punten, komma's, zinsbouw, enkelvoud en meervoud, verleden – en tegenwoordige tijd. Niet in de laatste plaats kijkt men ook naar het plot, de spanningsopbouw en tegenstrijdigheden. Ook in non-fictie is de schrijfstijl en de rode draad van de tekst belangrijk. Zelfs een ervaren, succesvolle schrijver heeft een redacteur nodig.
In een gezonde situatie kan de auteur hiermee uit de voeten. Maar wat als de redacteur hem het gevoel geeft dat hij nog geen foutloze zin kunt schrijven? Terwijl andere mensen die de taal ook goed beheersen, dit niet (zo) zien? Als de bevindingen niet verhelderend zijn, maar deprimerend of verstikkend? Als het werk, waar hij met hart en ziel mee bezig bent geweest, niet eens te lezen zou zijn? Dit zal zeker niet bijdragen aan de kwaliteit. Voor de auteur lijkt het onhaalbaar om op het gewenst niveau te komen. Het plezier verdwijnt en zodra iemand plichtmatig te werk gaat, blijft hij hangen in middelmatigheid. Alleen met inspiratie kun je werkelijk een meestergraad bereiken.
Nog los van de mogelijkheid op nieuwe fouten die in een tekst kunnen sluipen, wanneer iedere zin veranderd moet worden.

Mensen die autonomie ervaren, weten wat ze willen en niet willen. Doordat ze zo min mogelijk tegen hun zin doen, hoeven ze ook geen uitvluchten en excuses te bedenken. Zij hoeven hun fouten niet bij anderen of bij omstandigheden neer te leggen. Natuurlijk kunnen ook zij zich vergissen of tegenspoed ervaren, maar door eigen keuzes te maken en zelfstandig te denken en voelen kunnen zij meer verantwoordelijkheid aan dan gehoorzame mensen en bouwen ze ook meer wilskracht op.

Een houding van: “Het komt goed, maak je maar geen zorgen”, of “Het gaat zoals het gaat”, zonder verdere uitleg of iemand op de hoogte houden van de voortgang, zet mensen die afhankelijk van de diensten zijn, buiten spel.
Ouders die begeleiding zoeken voor hun kind, kunnen in paniek raken als de organisatie hen in ongewisse laat.
Als je iemand over de zeik wilt krijgen, moet je zeggen: “Maak je niet druk”, of “Bemoei je er niet mee.”
Het ontkennen van iemands zorgen. Uitspraken doen die ongefundeerd zijn. Of zeggen op schema te zijn en niet toegeven dat iets anders gelopen is. Dat hun inschatting er faliekant naast zit. Er gewoon niet aan toegekomen zijn of een taak tot het laatste moment voor zich uitschuiven.

Zeggen: “Ik ga mijn best doen” en vervolgens iets maandenlang laten verstoffen.
Juist naarmate mensen minder goed in staat zijn om aan verwachtingen en afspraken te voldoen, zijn ze minder openhartig en ook slechter bereikbaar. (E-mail niet beantwoorden, telefoon niet opnemen) Falen is geen optie, dus dit proberen ze te bedekken. Er komt geen tussentijds sein als iets niet gaat lukken en ook als de datum is verstreken geeft iemand niet ronduit toe en komt met excuses aanzetten. Op het laatste moment mist hij bijvoorbeeld informatie. De klant voelt aan hoe hij ziet te draaien en liegen en raakt nog meer ongerust en gefrustreerd.

Geen doel of stappenplan kan ook de stress opvoeren. Mensen hebben het gevoel stil te staan en dat ze bergen moeten verzetten om het proces in beweging te krijgen. Onduidelijkheid zorgt voor onrust en kan leiden tot het verlies van vertrouwen.
De vaart erin houden is iets anders dan racen of haasten. Opgejaagde mensen kunnen juist eerder fouten maken, zijn gestrest en onzeker. Ze hollen achter te feiten aan, hun hoofd loopt over en ze verliezen het overzicht. Voor hun gevoel bereiken ze niks. Iemand die doorwerkt in een tempo dat goed voelt en wat vol te houden is, is juist scherp, aandachtig en kan toegewijd zijn. Werken vanuit rust en met plezier. Wat iets anders is dan lanterfanten. Dat laatste kan zelfs stress opleveren en een gevoel van zinloosheid en uitzichtloosheid. Ook dingen die 'al hadden moeten gebeuren' of die je steeds voor je uitschuift, blijven hangen als een splinter. De gedachte eraan is stressvoller dan de taak zelf.

Doelen horen iemand bewegingsruimte en lucht te geven.
Een metafoor: Zou je je kind zomaar bij een school of opvang afleveren met de mededeling: “Ik vertrouw erop dat jullie organisatie mijn kind goed zal begeleiden”. Of zou je toch willen weten hoe het gaat met je kind als het daar is? Wil je op de hoogte zijn van de stappen die het kind zet (letterlijk of figuurlijk)?