Blijf dromen......

Redactie

Een kleine post over de Pokémon in Bommel. Ik strompelde op mijn slippers richting Hema en terug. Ik moest de bocht om, bij de Etos om de Koningstraat in te gaan. Richting mijn flatje in de Jan Haeckenhof. Kon ik thuis weer de voetjes van de vloer doen en uitrustend de juiste lymfeklieren bevaren. Het water moet namelijk ook van zijn Latijn zijn en de juiste peristaltische bewegingen omhoog zien te vinden. De klompvoet van mij heeft heel wat te voorduren gehad. De ballen panklaar op de schedel van Robbie Roding leggen hakt erin in de loop der jaren

Stonden er plots drie jochies, van naar ik schat 12 jaar oud, op de hoek van Bosschstraat-Koningstraat.. Niks bijzonders zal je zeggen. Echter, de mooist gekuifde was in een NIVO Sparta trainingspak gekleed. Dat laat ik dan niet op me zitten. Die spreek ik altijd aan. Menigeen weet er alles van. Burhenne, van den Hoek, van Beest, van Driel, Nikolov of Schreuders, ik voel een onbedwingbare behoefte om contact te leggen. Zo ook ditmaal.

Hij had het hoogste woord, was niet onbescheiden. Ze keken alle drie naar beneden. Niet uit verlegenheid, eerder op zoek, assertief in hun handelen. Na de Patat-generatie, de Pokémon-generatie. Ze namen amper notie van me. Ze praatten tegen me zonder oogcontact. Ze luisterden, en multie-taskten. Modern, van alle markten thuis.

Ik vroeg aan de jongen in NIVO Sparta trainingspak in welk elftal ie speelde. Plots veerde één van de andere jongetjes op, gewekt uit zijn Pokémon-beleving. 'Man hij is goed hoor.' Ik vroeg hoe goed. 'In de selectie van de D1.' Ik ben van de generatie dat je blij bent 11 spelers paraat te hebben tegen Gameren uit op de fiets. Dat je niet kon poepen omdat het stromend water het liet afweten in de keet langs de dijk.

Ik vroeg aan de jongen in trainingspak wie zijn trainer was. 'Dat is Richard', zei ie. Ik bespeurde een soort trots, zoals je als jager bent als je een Pokémon vangt, het in de eigen ei qua training kunt vangen en koesteren. 'Toch niet Richard Schimmer ?' 'Nee, dat is mijn vader.' Zei ie glunderend. Tussen neus en lippen bagataliserend. Alsof wielrennen niet beduidend genoeg is, en niet beseffend hoe goed zijn vader was als wielrenner. Dit is nu en dat was destijds. Mooie mennekes, op weg naar hun doel. Geen paal en lat. Wel met passie. Dan maakt het niet uit dat ze me niet in de ogen kijken. Dat deed ik ook niet als 15jarige toen ik na de wedstrijd van het veld afliep. Ik koesterde die ene passeerbeweging. Nog tijd genoeg om de dromen naast je neer te leggen en een volwassen voetballer te worden. Koester je dromen, al is het in een virtuele wereld. Richard, je mag trots zijn.