Pourquoi Wallonie

Jan (Bakoenin)

Afgelopen week was Mathijs Bouman te zien bij EenVandaag. Hij gaf zijn commentaar op de houding van de Walen ten opzichte van CETA, het handelsverdrag met Canada. De stoom kwam bijna uit zijn oren. Hij kon niet snappen waarom zo’n klein groepje mensen in Europa zo’n prachtig handelsverdrag wilde tegenhouden, maar ja, hij is dan ook een econoom.

Je kunt natuurlijk ook zeggen: de wereld is al genoeg verkloot ten behoeve van de economie. Een gezonde economie is goed voor de welvaart, maar lang niet altijd voor het welzijn. Multinationals hebben het heel vaak niet zo nauw genomen met het milieu en de gezondheid van mensen en CETA is goed voor de multinationals. Je moet dus wantrouwig zijn ten opzichte van zo’n verdrag. En je moet zeker wantrouwig zijn als de minister van Handel van Canada bijna gaat janken als het niet door dreigt te gaan.

Het is trouwens echt niet alleen dat relatief kleine groepje mensen in Wallonië dat tegen was. Heel veel Europeanen zijn tegen het verdrag en ook tegen TTIP, het handelsverdrag met de Verenigde Staten. Alleen hebben die mensen te maken met hun regeringen die er wel voor zijn en dus kunnen ze niet veel doen.

Ik ben niet tegen handelsverdragen, maar dan moeten ze niet alleen economisch goed zijn voor beide partijen, maar ook goed voor het welzijn en dat is tot nu toe met CETA en TTIP niet het geval voor zover ik weet. Ik was dus, net als veel andere Europeanen, blij met de Walen. Het was een kleine nederzetting die zich bleef verzetten tegen de overheersing van de machthebbers. Helaas zijn ze alsnog overstag gegaan. Ze denken dat ze met de bijlage hun zin hebben gehad. Jammer.

Wat is er dan mis met dat verdrag dat Mathijs Bouman zo mooi vindt?

Een heel belangrijk bezwaar is het claimsysteem van CETA. Multinationals kunnen claims indienen als ze last krijgen van bijvoorbeeld nieuw milieubeleid door nationale overheden. Zo kunnen er miljoenen- of zelfs miljardenclaims worden ingediend als bepaalde beslissingen de buitenlandse investeerders niet goed uitkomen.

Samsom zat in Nieuwsuur maandag nog te beweren dat CETA veel beter is dan TTIP wat dat betreft, maar multinationals zoals Coca Cola, Mc Donalds, ExxonMobil en nog vele anderen, kunnen ons ook via CETA aanklagen als ze te maken krijgen met beslissingen aangaande de gezondheid of het milieu waar ze nadeel van hebben. Ze hoeven niet op TTIP te wachten. Die multinationals hebben namelijk dochterondernemingen in Canada, Diederik.

In Europa kennen we een voorzorgsbeginsel. Dat betekent dat we hier uit voorzorg bepaalde producten kunnen verbieden als het vermoeden bestaat dat de producten niet veilig zijn of schadelijk voor de gezondheid. Dat voorzorgsbeginsel kennen ze niet in Canada en de Verenigde Staten en het is niet gewaarborgd in CETA. Minister Ploumen zegt dat het wel is gewaarborgd, maar ze kan er geen juridische onderbouwing voor geven. Dan moet je weer wantrouwig zijn.

In Wallonië zijn kleine boeren bang voor de multinationals. Die kunnen boerderijen opkopen en de kleine boeren wegconcurreren. Bovendien zijn de boeren bang dat er megastallen komen voor bijvoorbeeld de melkproductie waarin geen goede controle is op de kwaliteit en de bescherming van de arbeiders. Dat is namelijk in De Verenigde Staten ook al gebeurd na handelsverdragen tussen Mexico, de Verenigde Staten en Canada.

Belangrijker is echter het feit dat CETA banenverlies kan opleveren omdat Canada goedkoper produceert. Waarom produceren ze goedkoper? Omdat Canada goedkoper aan grondstoffen komt, omdat de grondprijs lager is en in Canada zijn minder moeilijke milieueisen gelden. Door die minder moeilijke milieueisen kan straks meer varkens- en rundvlees worden ingevoerd. Dat is niet alleen nadelig voor onze varkens- en rundvleessector, maar ook nog eens slecht vanuit het oogpunt van het milieu en de gezondheid van de mensen vanwege de minder strenge regels daar. Het kabinet wil deze negatieve gevolgen wel compenseren, maar heeft nog geen concrete maatregelen ten opzichte ervan. Niet doen dus, vind ik.

In juni is er nog een debat in de Tweede Kamer geweest over CETA. Tijdens dat debat bleek dat er best veel bezwaren waren. Zo was men bezorgd over de goedkeuringsprocedure. In principe zou alleen Europa over de handelsverdragen gaan onderhandelen en ze afsluiten, maar dat is inmiddels teruggedraaid en het is een gemengd akkoord geworden. Godzijdank, want nu moeten alle lidstaten het verdrag goedkeuren en zo kon Wallonië het verdrag nog even tegenhouden.

Dat gewenste gemengde akkoord is er dus gekomen, maar de vragen ten aanzien van voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieu zijn nog niet beantwoord. In het akkoord is aangegeven dat de behandeling van alle producten gelijk moet zijn, maar de regels in Canada ten aanzien van milieu, groeihormonen, pesticiden en genetisch gemodificeerd voedsel zijn veel minder streng dan die van Europa. Wie gaat nu wat aanpassen?  

Mochten de ministers van de Europese lidstaten toch allemaal hun handtekening zetten, dan treedt CETA voorlopig in werking. Nationale parlementen kunnen het daarna dus nog wel tegenhouden. Als er in de Tweede of Eerste Kamer geen meerderheid is dan is het alsnog van de baan. Ik zie dat echter niet gebeuren als er eenmaal handtekeningen staan. Bovendien krijgen we in de tussentijd al te maken met CETA. In CETA zijn de bedrijven (lees multinationals) belangrijker dan de mensen en het milieu. Natuurlijk kunnen wij in Europa proberen dat Canada op dat punt onze eigen normen en regels gaat toepassen, maar zolang dat niet zeker is zou ik, met de woordkeus van onze minister-president, willen zeggen: pleur op met je CETA.